Nieuws
zaterdag, 05 nov 2022

100.000 aanvragers voor opvang en bescherming: "onhoudbaar"

Volgens cd&v-staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole De Moor zullen in 2022 100.000 mensen, inclusief de Oekraïeners, bescherming hebben aangevraagd in dit land. “Op een jaar tijd betekent dat dus 1 procent van een gehele bevolking. Dat is onwezenlijk en vooral onbetaalbaar”, zegt Kamerlid Dries Van Langenhove. “Zonder het sluiten van onze grenzen, het afschermen van onze sociale zekerheid en een actief terugkeerbeleid rijdt deze regering dit land recht naar de afgrond.”

“Op een jaar tijd zal België dus pakken meer aanvragers voor bescherming te verwerken krijgen dan dat er in steden als Aalst (88.000), Mechelen (87.000), Sint-Niklaas (80.000), Hasselt (79.000) of Kortrijk (78.000) inwoners zijn. Wie de asielcijfers nu nog steeds wil minimaliseren, raad ik aan tot enig realistisch besef te komen en thuis eens tot 100.000 te tellen”, aldus Van Langenhove. “Dit onvoorstelbare aantal is het rampzalige resultaat van het open grenzenbeleid van de paars-groene regering.”

“In Hotel Belgica is het elke dag druk toeristenseizoen, in 2022 tot 100.000 mensen”

In 2015 zat dit land ook al in volle asielcrisis en toen waren er 44.000 asielzoekers. “Op de Franstalige nieuwszender LN24 noemde De Moor het huidige cijfer van 100.000 ‘heel veel’”, merkt Van Langenhove op. “Voor een staatssecretaris die nu al beschikt over een nooit gezien aantal opvangplaatsen, zo’n 35.000, en dan nog geconfronteerd wordt met een drievoud daarvan aan aanvragers, is dat het understatement van het jaar.”

“Nooit werd meer uitgegeven aan asielopvang en leeflonen. In deze tijden van crisis een bittere pil voor de belastingbetaler, die nooit om een invasie van dergelijke omvang heeft gevraagd”, besluit Van Langenhove. “Maar aan heilige huisjes zoals asiel en migratie mag helaas niet geraakt worden. Zolang effectieve maatregelen om de instroom in te dammen en de uitstroom te versnellen uitblijven, zal de crisis alleen nog maar groter worden. Het is bijzonder erg dat De Moor, die nochtans over een opvallende bril beschikt, hiervoor de ogen blijft sluiten.”