Nieuws
woensdag, 12 okt 2022

Brusselse begroting stevent als de Titanic op ijsberg af

“De Brusselse regering slaagt er amper in om de interne spanningen te verbergen en koopt tijd met geld dat ze niet heeft”, zegt Brussels fractievoorzitter Dominiek Lootens-Stael. Minister van Begroting Sven Gatz (Open Vldprobeert de schijn op te houden om scheldschieters niet al te zeer te verontrusten, maar kan niet verbergen dat het hoofdstedelijk Gewest afstevent op een financieel fiasco. Hij belooft een sluitende begroting in 2024, maar heel wat toekomstige projecten, zoals de nieuwe metrolijn, zijn op financieel drijfzand gebouwd.”

De Brusselse regering presenteerde woensdag haar begrotingsakkoord voor 2023. “Opnieuw een begroting in het rood, al zou dit volgens Gatz voor het laatst zijn”, aldus Lootens-Stael. “Opvallend is het signaal dat de Brusselse regering wil geven als antwoord op de ontsporende inflatie en hoog oplopende energiefacturen. Men voorziet een provisie van zomaar eventjes 200 miljoen euro, waarvan 120 miljoen moet dienen als directe steun aan ondernemingen en 26 miljoen voor de vzw’s die afhangen van het Gewest, en de Vlaamse, Franstalige en Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. En daarnaast kunnen ook de OCMW’s en lokale besturen rekenen op extra geld.”

“Gatz had voorgenomen de kredietinstellingen te sussen met een besparing van 150 miljoen. Hij lijkt daarin geslaagd te zijn, maar daar staat dan meteen een enorme meeruitgave van minstens 200 miljoen tegenover”, vervolgt Lootens-Stael. “Het Hoofdstedelijk Gewest is een doorgeefluik van geld dat het niet heeft. Men geeft zowat 25 procent meer uit dan er inkomsten zijn.”

“Aan het financieel parasitisme wordt in het Brusselse hoofdstedelijk gewest niet geraakt”

“Er is een systeem”, aldus nog Lootens-Satel. “Lokale overheden en OCMW’s spelen Sinterklaas voor hun kiespubliek en komen daarna bij het Gewest om geld bedelen. Hetzelfde geldt voor Franstalige Gemeenschapsinstellingen die een tweetalige, bicommunautaire stempel krijgen en zo Brussels geld kunnen tanken. En dan zwijg ik nog van de haast oneindige lijst aan subsidies die in het Brusselse worden rondgestrooid en de vele VZW’s die nu ook extra geld krijgen. En elke crisis dient als excuus om het Brussels financieel parasitisme zeker niet aan te pakken. Ik zie het Hoofdstedelijk Gewest zoals de Titanic afstevenen op de financiële ijsbergen. Brusselse politici rekenen opnieuw op Vlaanderen om via de federale kas en de stadstol een reddingsboei toegeworpen te krijgen.”

“Ik zie gelukkig ook een positieve noot”, merkt Lootens-Stael tot slot op. “Minister voor werkgelegenheid Bernard Clerfayt (DéFI) sloeg de nagel op de kop door te stellen dat de lamentabele activiteitsgraad van de Brusselse bevolking en het gebrek aan talenkennis van Brusselse werklozen de grote uitdaging is. Het is ooit anders geweest. Vraag is of Clerfayt, wiens partij in de regering al te vaak in de hoek wordt gezet, effectief de ruimte krijgt om dit fundamentele probleem efficiënt aan te pakken.”