Nieuws
donderdag, 04 apr 2024

Invloed van massamigratie op onderwijs kan niet geminimaliseerd worden 

Foto: iStock. Invloed van massamigratie op onderwijs kan niet geminimaliseerd worden

Volgens Het Laatste Nieuws, dat vandaag de invloed van de massamigratie van de afgelopen decennia op ons onderwijs analyseert, liggen kinderen van migranten niet per definitie aan de oorzaak van de niveaudaling van de voorbije tien jaar. ”De invloed van massamigratie op onderwijs minimaliseren is niet enkel intellectueel onverstandig, het is ook risicovol”, reageert Vlaams Parlementslid Roosmarijn Beckers (Vlaams Belang). “Het wekt immers de indruk dat het allemaal nog wel meevalt met de integratie in ons onderwijs en dat een adequater beleid niet nodig zou zijn.”

In het artikel wordt verwezen naar het feit dat migratiestatus niet zozeer het onderwijsniveau beïnvloedt, maar wel de mate waarin leerlingen met een migratiestatus de onderwijstaal, dus het Nederlands, begrijpen en hanteren en dus de mate van het geïntegreerd zijn in de samenleving. De krant wijst erop dat vooral de groep autochtone leerlingen er in PISA voor wiskundeprestaties op achteruitgegaan is. Kinderen met een migratieachtergrond zijn relatief stabiel gebleven in hun prestaties.

“Ons Vlaams onderwijs kan zich niet nog eens vijf jaar pamperbeleid veroorloven”

“Het klopt dat de kloof tussen autochtonen en vooral Nederlandsonkundige allochtone kinderen wat kleiner wordt, maar ze is nog altijd enorm”, legt Beckers uit. “Men doet alsof dat twee aparte steriele groepen zijn, en dat het niveau binnen die groepen op los van elkaar evolueert. Twee zaken worden echter genegeerd. Enerzijds is het aandeel anderstalige kinderen tussen 2010 en 2023 verdubbeld, tot bijna 25 procent. Als het aandeel Nederlandsonkundige kinderen, die het gemiddeld slechter doen dan de Nederlandstaligen, door de massamigratie stijgt ten opzichte van de Nederlandstaligen, dan daalt sowieso je algemeen onderwijsniveau.”

“Anderzijds worden de klassen zelf ook alsmaar diverser en heeft de stijging van het aantal Nederlandsonkundige leerlingen in klas ook invloed op het leren van de Nederlandstalige leerlingen”, gaat Beckers verder. In het basisonderwijs worden allochtonen die onvoldoende Nederlands kennen gewoon samengezet met de Nederlandstaligen. Maar het idee dat ze van hun Nederlandstalige klasgenootjes Nederlands zullen leren werkt niet wanneer de helft van de klas thuis geen Nederlands spreekt.” Het Vlaams Parlementslid merkt ook op dat leerkrachten in superdiverse klassen vaak te weinig aandacht kunnen hebben voor de leer- en zorgnoden van alle leerlingen, omdat ze vooral bezig zijn met het bijspijkeren van het Nederlands van de anderstaligen. 

“Minimaliseren van de invloed van massamigratie op onderwijs is intellectueel onverstandig, en ook risicovol omdat het de indruk wekt dat een adequater beleid jegens deze doelgroep niet nodig zou zijn”, besluit Beckers. “Ons Vlaams onderwijs kan zich niet nog eens vijf jaar pamperbeleid veroorloven. Effecten van ingrepen in het onderwijs tonen zich meestal pas een tiental jaar later. Als we volgend decennium terug richting de Europese top willen met ons onderwijsniveau, dan moeten we nu de handen aan de ploeg slaan. De leerlingen die er al zijn moeten we ten volle begeleiden, opdat ze allemaal zo snel mogelijk het Nederlands beheersen, maar we kunnen niet blijven dweilen met een open migratiekraan.”