maandag, 12 dec 2022

Sporen van TNT in Oostendse vis

Foto: iStock. Sporen van TNT in Oostendse vis

In een onderzoek naar vervuilende stoffen rond het wrak van het oorlogsschip John Mahn werd aangetoond dat steenbolken sporen van de explosieve springstof TNT in hun filets bevatten. Zo blijkt uit het antwoord van Vlaams minister van Innovatie Jo Brouns (cd&v) op een vraag van Vlaams Parlementslid Frieda Verougstraete-Deschacht (Vlaams Belang). Zij herhaalt de oproep van wetenschappers tot verder onderzoek en opvolging. “Dit gaat over de gezondheid van onze mensen”, aldus Verougstraete-Deschacht. Het is dus erg belangrijk om snel duidelijkheid te verschaffen over de eventuele risico’s.”

Vlaams Parlementslid Frieda Verougstraete-Deschacht stelde minister Brouns een reeks schriftelijke vragen inzake scheeps- en vliegtuigwrakken voor de Vlaamse kust. Uit onderzoek van de UGent en het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) blijkt namelijk dat daar erg lang giftige stoffen aanwezig blijven. Zo ook rond het wrak van de oorlogsboot John Mahn, gezonken voor de kust van Oostende tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het kader van het North Sea Wrecks-project werd aangetoond dat de steenbolken rond het wrak sporen van TNT in hun filets bevatten.

“Geen risico’s nemen op vlak van volksgezondheid”

In zijn antwoord geeft de minister aan dat er vooralsnog niet geconcludeerd kan worden dat er een (acuut) gevaar is voor de voedselketen, en de concentratie TNT momenteel te laag ligt om toxiciteit bij de mens te veroorzaken. De wetenschappers gaven wel reeds aan dat er nood is aan verder onderzoek en opvolging. Ook Verougstraete-Deschacht onderstreept het belang hiervan. “Op het vlak van volksgezondheid kunnen we ons zeker geen risico’s of losse eindjes veroorloven. Daarom steunen wij ook de oproep van de wetenschappers tot verder onderzoek. Wij zijn dan ook tevreden dat de minister hieraan gehoor heeft.” 

Ook de tussentijdse resultaten inzake giftige stoffen rond de wrakken van andere schepen worden momenteel gepubliceerd en opgenomen in beleidsinformerende nota’s. “Ik zal de minister hierover dan ook verder aan de tand voelen”, besluit Verougstraete-Deschacht.