Nieuws
vrijdag, 26 mrt 2021

Taalkennisvereiste voor sociale huurders amper afgedwongen: “Striktere opvolging is nodig”

In de sociale huisvesting geldt een taalkennisvereiste. Sociale huurders moeten binnen één jaar na het afsluiten van de huurovereenkomst aantonen Nederlands te kunnen spreken. Het spreken van Nederlands is immers noodzakelijk om de afspraken te kennen en normaal te kunnen communiceren met buren. Het Vlaams Belang stelt echter vast dat veel allochtone sociale huurders niet voldoende moeite doen om in te burgeren en om Nederlands te leren. Er moeten initiatieven op het terrein genomen worden om de taalkennisvereiste in de sociale huisvesting te bewaken”, aldus Vlaams Parlementslid Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) die er een parlementaire vraag over stelde aan minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA).

Vorig jaar werden amper 7 boetes voor het niet naleven van de taalkennisvereiste opgelegd. Er werden slechts 100 ingebrekestellingen verstuurd sinds het moment waarop de regeling inzake taalkennis werd hervormd. Deze nieuwe regeling wordt dus onvoldoende opgevolgd. Volgens de minister zou een extra toezichthouder nu onderzoeken hoe sociale verhuurders omgaan met de procedure tot opvolging van de taalkennisvereiste en hoe het gesteld is met de effectieve naleving van alle verplichtingen in de praktijk. Dit onderzoek is lopende tot 2024 en wordt gevoerd bij 80 sociale huisvestigingsmaatschappijen (SHM’s).

“De gebrekkige opvolging moet stoppen, en er moet een degelijke controle op de nieuwe regeling op de taalkennisvereiste georganiseerd worden

Volgens het Vlaams Belang geeft het weinig uitschrijven van boetes een signaal dat sommige SHM’s er weinig of geen aandacht aan besteden. “Uiteraard mag een boete geen doel op zich zijn, maar het is wel een feit dat veel allochtone sociale huurders niet voldoen aan de taalkennisvereiste”, liet D’Haeseleer weten. “Ik ben dus tevreden dat er nu toezicht zal worden georganiseerd en kijk uit naar de resultaten van deze striktere opvolging.” De minister liet verder weten dat het verplichte taalkennisniveau wordt opgekrikt van A1 naar A2. “Wij zijn hier voorstander van, maar dat kan alleen als er ook acties volgen op het terrein”, reageerde D’haeseleer.

Momenteel is er bovendien ook een te grote administratieve last in de opvolgingsprocedure. “Ik ontvang zo berichten van verschillende SHM's die zeggen dat die opvolging van de taalkennisvereiste een extra taak is die onmogelijk op een efficiënte manier kan worden uitgevoerd, gewoon omdat er een tijd- en personeelsgebrek is”, zei D’Haeseleer nog. “Er moet gekeken worden naar bijkomende initiatieven om dit op te lossen. 

Volgens het Vlaams Belang moet dit verdere opvolging krijgen. Het Vlaams Belang wil dat als mensen zich inschrijven voor een sociale woning, hen op dat moment al duidelijk gemaakt wordt dat ze Nederlands moeten spreken en dat ze ook moeten voldoen aan die voorwaarde vooraleer ze kunnen intrekken.