Vlaams Belang hekelt uitblijven antwoorden van federale ministers op parlementaire vragen
Het Vlaams Belang hekelt het uitblijven van antwoorden op parlementaire vragen door ministers in de federale regering. Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) spant de kroon met 66,4 procent van de antwoorden met vertraging. Het leeuwendeel ervan met een vertraging van zelfs meer dan een half jaar. Ook minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit) en premier Alexander De Croo (Open Vld) beantwoorden meer dan de helft van de vragen met aanzienlijke vertraging. “Dit ondermijnt onze werking als parlementsleden en toont aan dat verschillende ministers in de federale regering de parlementaire democratie allesbehalve serieus nemen”, zegt Kamerfractieleider Barbara Pas (Vlaams Belang).
Er werden sinds januari al 1.013 schriftelijke vragen door Kamerleden gesteld aan minister Vandenbroucke. Daarvan werd meer dan de helft (637) beantwoord met vertraging. Het overgrote deel (575) zelfs met een vertraging van meer dan zes maanden. Ook minister Gennez lijkt het moeilijk te hebben om tijdig antwoorden te verschaffen op de parlementaire vragen die ze ontvangt. Van de 71 vragen die de minister ontving, beantwoordde ze 43 (of 60,6 procent) niet op tijd. Ook hier wordt het merendeel (26) pas beantwoord met een vertraging van meer dan een half jaar.
“Het is de essentie van onze job als parlementsleden dat we de regering kunnen controleren”, zegt Pas. “Dat gebeurt onder andere door het stellen van schriftelijke vragen aan de ministers. Als die ministers lak hebben aan het verschaffen van antwoorden, zeggen ze daarmee eigenlijk dat ze lak hebben aan de parlementaire democratie.”
“Ministers die lak hebben aan het verschaffen van antwoorden, zeggen daarmee eigenlijk dat ze lak hebben aan de parlementaire democratie”
Ook de premier zelf blijkt een slechte antwoorder te zijn. De Croo beantwoordt eveneens 61,8 procent van de op een jaar tijd aan hem gerichte schriftelijke vragen met vertraging. En ook hier weer: 37,5 procent met een vertraging van meer dan zes maanden. “Men zou van de premier toch minstens mogen verwachten dat hij zelf het goede voorbeeld geeft aan zijn regering”, aldus nog Pas. “Het kan alleszins niet aan de hoeveelheid vragen liggen die worden gesteld. Gennez kreeg bijvoorbeeld in dezelfde periode minder dan 10 procent van het aantal vragen die Vandenbroucke kreeg, maar doet het bijna even slecht.”
De Vlaams Belang-fractieleider roept de ministers op om hun taak dringend serieuzer op te nemen, maar verwacht voor het laatste jaar van de legislatuur niet veel meer van de regering. “Het zou bepaalde ministers sieren mochten ze ondanks het verkiezingsjaar alsnog hun taak serieus nemen”, besluit Pas. “Maar veel verwachten we er niet van.”
