Persberichten
woensdag, 18 okt 2023

West-Vlamingen scoren fors beter dan andere provincies bij toelatingsexamens geneeskunde en tandgeneeskunde

West-Vlaanderen blijft de best voorbereide kandidaten afleveren voor de toelatingsexamens geneeskunde en tandheelkunde. Dat blijkt uit de antwoorden op schriftelijke vragen van Vlaams Parlementslid Kristof Slagmulder (Vlaams Belang). “Zo’n 50 procent van de West-Vlaamse deelnemers aan de toelatingsproef geneeskunde was geslaagd, een aandeel dat 11 procentpunten hoger ligt dat het Vlaamse gemiddelde”, zegt hij. De West-Vlamingen scoren de laatste jaren gemiddeld telkens beter, maar deze editie is hun voorsprong wel erg opvallend groot.” Nieuw dit jaar was het toelatingsexamen voor de opleiding diergeneeskunde, dat toch heel wat minder deelnemers kende dan door de Vlaamse regering gehoopt.

Afgelopen zomer werden er opnieuw toelatingsexamens georganiseerd voor de opleidingen geneeskunde en tandheelkunde. Deelnemers afkomstig uit West-Vlaanderen waren ook deze editie opnieuw de koplopers voor wat betreft het slaagpercentage en het aandeel gunstig gerangschikte kandidaten. Dit blijkt uit antwoorden van onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) op schriftelijke vragen van Vlaams Parlementslid Kristof Slagmulder (Vlaams Belang). Bij de toelatingsproef geneeskunde was 49,7 procent van de 591 West-Vlaamse deelnemers geslaagd, wat maar liefst 11 procentpunten hoger ligt dan het Vlaams gemiddelde van 38,2 procent. Brussel en Antwerpen hangen achteraan het peloton met respectievelijk 26,6 procent en 31,8 procent. Oost-Vlaanderen hangt met 41,2 procent rond het Vlaams gemiddelde. Een soortgelijk verschil zien we bij het toelatingsexamen tandarts waar 48,9 procent van de 184 West-Vlaamse deelnemers geslaagd was, een aandeel dat 13 procentpunten hoger ligt dan het Vlaams gemiddelde 35,7 procent.

“Dezelfde trends die zich de voorbije jaren manifesteerden, komen terug. Maar dan veel duidelijker”, verklaart Slagmulder. “West-Vlaanderen scoort quasi iedere editie van de voorbije vijf jaar de top, maar het verschil tussen de West-Vlamingen en de rest van het pak wordt steeds groter.” Omgekeerd scoren de Antwerpse deelnemers – in aantal de grootste groep ‑ sinds de invoering van de digitale examenvorm in 2020 ieder jaar slechter. Redenen hiertoe zijn volgens Slagmulder moeilijk eenduidig te verklaren. “Tot en met 2019 vonden de examens nog schriftelijk plaats op één locatie, meestal in Brussel”, zegt hij. “Misschien heeft de nabijheid van examenlocaties voor West-Vlaamse deelnemers effectief een gunstige invloed op hun slaagkansen. Of het zou erop kunnen wijzen dat de daling van de onderwijskwaliteit en het lerarentekort in het West-Vlaamse secundair onderwijs minder doorspelen, waardoor ze gemiddeld beter zijn voorbereid dan de andere jongeren.”

Voor het eerst toelatingsproef diergeneeskunde

Nieuw dit jaar was de organisatie van een toelatingsproef diergeneeskunde, een maatregel die door de Vlaamse regering werd ingevoerd om het aantal starters in die opleiding te beperken om zo de kwaliteit van de opleiding en het dierenwelzijn er te verbeteren. “Die organisatie heeft blijkbaar meer gekost dan oorspronkelijk was begroot door de regering. Minister Weyts had hier een meerkost van 66.000 euro voor geraamd. Maar uiteindelijk liggen de kosten die puur op de organisatie van dat derde toelatingsexamen gebaseerd zijn sowieso al boven de 76.000 euro, los van de kostenposten waarvoor geen opdeling te maken is tussen de verschillende examens”, zegt Slagmulder. “Het aantal deelnemers aan dit toelatingsexamen lag met 427 beduidend lager dan de duizend kandidaten waarop oorspronkelijk gemikt werd. Hierdoor dienden de hogere vaste kosten gedeeld te worden over minder inschrijvers aan wie men inschrijvingsgeld vraagt.”

Ook bij het toelatingsexamen dierenarts scoorden de West-Vlamingen met een slaagpercentage van 73,8 procent het beste, nipt beter dan de Oost-Vlamingen die hier op 72,4 procent liggen. Het Vlaams Belang hoopt vooral dat deze groeiende provinciale verschillen in slaagpercentage ook niet zorgt voor scheeftrekkingen inzake het artsentekort. “Niemand kan op voorhand voorspellen waar de afgestudeerden uiteindelijk zullen terechtkomen en in absolute cijfers zit de verdeling per provincie nog goed”, besluit Slagmulder. “Als we de tekorten in de centrumsteden echter willen vullen en we geen braindrain willen creëren vanuit West-Vlaanderen naar het centrum, dan moeten we toch zien dat kandidaten in andere provincies in doorstroomrichtingen in het secundair onderwijs even goed worden voorbereid inzake wiskunde en wetenschappen.”