
Het aantal anderstalige leerlingen is in vijf jaar tijd met meer dan een derde gestegen. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Barbara Bonte opvroeg bij onderwijsminister Crevits (CD&V).
Het aandeel anderstaligen in het basisonderwijs ligt het hoogste in Vlaams-Brabant (23 %), gevolgd door de provincie Antwerpen (20%), Oost-Vlaanderen (14%), Limburg (14%) en West-Vlaanderen (8,9%). In Brussel is de situatie ronduit schrijnend met 70% anderstaligen in het lager onderwijs en 61% in het secundair.
Dat een meerderheid van de leerlingen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs thuis een andere taal spreekt, is allesbehalve een gezonde situatie. Het Vlaams Belang pleit er daarom voor om in Brussel een absolute voorrangsregeling in te stellen voor Nederlandstalige kinderen. Die vallen nu vaak uit de boot omdat broers en zussen van anderstaligen voorrang krijgen.
Centrumsteden
Een andere vaststelling is dat het basisonderwijs in bepaalde centrumsteden inmiddels al een vierde tot bijna de helft anderstaligen telt. In Antwerpen is 43% van de leerlingen in het basisonderwijs niet-Nederlandstalig, in Gent 30% en in Mechelen 28%. De toename van het aandeel anderstaligen was echter het sterkst in Turnhout (+95,6%), Roeselare (+93%) en Brugge (+69,7%).
In het secundair onderwijs liggen de cijfers voorlopig nog wat lager: 31,1% anderstalige leerlingen in Antwerpen, 18% in Gent, 16,7% in Mechelen, 16,5% in Genk en 13% in Oostende. In het secundair onderwijs groeide het aandeel anderstalige leerlingen de voorbije 5 jaar het snelste in Roeselare (+111,7%), Aalst (+68,6%), Turnhout (+62,2%), Kortrijk (+56,8%) en Oostende (+55%).
Onderwijskwaliteit
Uiteraard is het niet zo dat alle anderstalige leerlingen niet of gebrekkig Nederlands spreken. Voor een deel is dat echter wel het geval. Voor Barbara Bonte is het duidelijk wat er moet gebeuren: “Het toelaten van anderstalige leerlingen die geen of gebrekkig Nederlands praten in een klas is problematisch voor de onderwijskwaliteit. Leerlingen die onvoldoende Nederlands spreken horen thuis in een taalbadklas, ook wanneer ze ’tijdens de rit’ instromen”. “Daarenboven is het belangrijk dat kinderen op school steeds Nederlands spreken. Hoe frequenter een kind Nederlands spreekt, des te sneller zal het de taal onder de knie hebben.”
Lees hier het artikel in Het Laatste Nieuws.