Op de justitietop van maart 2004, nu vier jaar geleden, kondigde de regering-Verhofstadt aan dat niet-Belgische gedetineerden voortaan aan het land van herkomst zouden kunnen overgedragen worden om daar hun gevangenisstraf uit te zitten. Verhofstadt verklaarde met veel bombarie dat hiervoor 800 tot 1.000 gedetineerden in aanmerking zouden komen, wat mee het probleem van de overbevolking van onze gevangenissen zou moeten verlichten. Dat bleek echter al snel buiten toenmalig PS-minister van Justitie, Laurette Onkelinx, gerekend, die de overbrenging van gevangenen naar hun landen van herkomst gewoon saboteerde.
Tijdens een Kamerdebat medio 2006 relativeerde Onkelinx de cijfers van Verhofstadt en liet ze weten dat hooguit 290 criminele vreemdelingen in aanmerking kwamen voor overbrenging naar hun land van herkomst. Ze erkende daarmee ver verwijderd te zijn van “die 32%”, het toenmalige aantal gedetineerden met een vreemde nationaliteit (‘Nouveaux Belges’ niet inbegrepen). De Truus Flater van Justitie liet meteen ook weten het akkoord over de overbrenging van gevangenen strikt te zullen toepassen, waarmee ze ondermeer bedoelde dat ze geen gedetineerden zou uitwijzen die een ‘duurzame band’ met dit land hebben. Een lidkaart van de PS strekt in dit verband ongetwijfeld tot aanbeveling…
Het resultaat van deze politiek laat zich in ieder geval duidelijk aflezen uit de cijfers. In maart vorig jaar liet Onkelinx weten dat het aantal buitenlandse gedetineerden dat voor overbrenging naar het land van herkomst in aanmerking kwam, reeds was teruggelopen tot 64. En vandaag, een jaar later, blijkt tenslotte dat de afgelopen jaren welgeteld 10 (tien!) van de meer dan 2.000 vreemde criminelen (1.100 Marokkanen en 1.000 Oost-Europeanen) daadwerkelijk werden overgebracht naar hun land van herkomst om er hun straf uit te zitten. Onkelinx heeft dus woord gehouden. De Parti Socialiste heeft haar doel bereikt en nogmaals aangetoond dat haar wil wet is in dit land.