
1 op 7 Belgen moet het maandelijks stellen met minder dan 974 euro. Bij jongeren en ouderen is de toestand nog triester. 1 op 5 onder hen bevindt zich onder de armoedegrens. Dat blijkt uit het Jaarboek Armoede dat deze week werd voorgesteld.
Opvallend is dat naast de import van armoede via migratie, die goed is voor zowat de helft van de uitkeringen, ook heel wat autochtonen zich in schrijnende armoede bevinden. Onlangs verwoordde een medewerkster van het onthaalhuis Sint-Antonius het nog treffend: “De verhouding tussen Belgen en buitenlanders is nu zowat fifty-fifty. En dat wil wel wat zeggen, want voor een Belg zijn hand uitsteekt naar hulp is de toestand zeer ernstig. Een truitje of een broek voor een halve euro. Er zijn gezinnen die dat niet eens op tafel kunnen leggen” (De Morgen, 3 oktober, 2011). De verhoogde elektriciteitsfacturen, de toename van de btw op digitale TV en de stijging van brandstof- en stookolieprijzen geven aan dat beterschap zich niet meteen zal aandienen. Zoals eerder door het Vlaams Belang gesteld, lijkt het erop dat 2012 wel eens het jaar van de armoede zou kunnen worden. De verzorgingsstaat die erop gericht was om mensen vanuit alle windstreken ongelimiteerd te laten meegenieten van ons sociale zekerheidssysteem lijkt als een bom in ons gezicht te ontploffen.
“Het mindert niet”
Intussen leeft dus 1 op 5 kinderen in armoede en slagen steeds minder gezinnen erin om de eindjes aan mekaar te knopen. Essentiële noden als dokters-of tandartsbezoeken blijken voor een steeds kleiner wordende groep vanzelfsprekend. Ondervoorzitter van het Syndicaat van Vlaamse huisartsen Rudy Baeke voelt het armoedeprobleem steeds nijpender worden: “Mensen die te lang wachten om op consultatie te komen, of die echt niet kunnen betalen. Nooit heb ik het zo scherp aangevoeld als nu. En het mindert niet.”
Di Rupo: wereldvreemd
De nieuwsjaarsboodschap van Elio Di Rupo klonk in dit verband dan ook erg wereldvreemd. In tegenstelling tot Sarkozy en Merkel had de premier het over “talrijke redenen om optimistisch te zijn” en het feit dat we “de toekomst vol vertrouwen tegemoet kunnen gaan”. Dat de aanstelling van een socialistische premier in een door links gedomineerde regering, en dat tijdens een economische crisis, net aanleiding geeft omdat net niet te doen is hoogstwaarschijnlijk nog niet tot de man doorgedrongen.