Soms, heel soms, is er nog pret te beleven in de Belgische politiek. Zo verklaarde toenmalig minister van Arbeid en Tewerkstellingsbeleid Laurette Onkelinx (PS) aan collega’s, aan wie ze pralines schonk, dat die pralines hét symbool van de Belgische democratie waren (Le Soir, 22.02.2000). Vlaams Belang-kamerlid Francis Van den Eynde vond die uitspraak zo lachwekkend dat hij van Onkelinx wilde weten waarom ze de democratie vergeleek met chocolade, “deze bruine of donkerbruine zoete stof die, wanneer de temperatuur lichtjes stijgt, kleverig wordt en gaat smelten”.
Op 19.02.2007 kreeg het Kamerlid antwoord. Mevrouw Onkelinx heeft haar pen goed in de inkt geduwd. Ze schrijft “Ik lees geamuseerd uw weinig appetijtelijke beschrijving van de juweeltjes van onze Belgische gastronomie… Die geeft in niets een beeld van de diversiteit van onze pralines: manons, pralines met verse room, gepralineerd, met sinaasappel, met marsepein, met likeur of de truffels… De kwalificaties die u met afkeer lijkt te gebruiken “een bruine, plakkerige en afdruipende materie” lijkt me beter te passen bij bepaalde ideeën die uw politieke partij verspreidt”.
Ze besluit haar antwoord: “Ik denk dat het nuttig is u de studie aan te raden van Dr. Raudenbush van de Wheeling University in Virginia (VSA) over de “effecten van het verbruik van chocolade op de verhoging van de denkvermogens”, die aantoont dat intellectuele prestaties kunnen verbeteren door het verbruiken van chocolade; of… u aanraden om meer chocolade te eten. En indien de nuances van bruin u storen: er bestaat ook witte chocolade!”
We kunnen er eens goed mee lachen, alleen spijtig dat het antwoord… 7 jaar op zich heeft laten wachten. Te véél chocolade gegeten, mevrouw de minister? Of te druk in de weer met het departement Justitie, wellicht?