
“Je kunt in dit land beter een kat zijn dan homoseksueel,” schrijft socioloog Marc Hooghe naar aanleiding van een VRT-reportage over homofobie. “Als in het stadhuis van Antwerpen katten de lucht worden ingegooid, dan laaien de emoties hoog op en moet (kunstenaar) Jan Fabre onderduiken, maar als een homokoppel geïntimideerd wordt, dan kijken we besmuikt de andere kant op.” (De Morgen, 09.11.12)
“Statistisch verband”
Hooghe betoogt in zijn opiniestuk dat er een “duidelijk statistisch verband” bestaat tussen homofobie en een islamitische achtergrond. “Het (verbale) geweld kwam vanuit één bepaalde hoek. Ook gedegen wetenschappelijk onderzoek toont keer op keer aan dat religieuze en culturele achtergrond een belangrijke rol spelen bij het tot stand komen van homofobie.” Zo, nu hoort u het ook eens ‘uit onverdachte hoek’…
Negationisme
De Leuvense socioloog ergert zich aan de excuuscultuur die ook nu weer oplaait – net zoals na de eerdere reportage van Sofie Peeters over het intimideren van vrouwen in multiculturele wijken. “De programmamakers vielen over hun voeten om onmiddellijk te sussen dat dit zeker niet louter een probleem was van allochtonen. Daarin hebben ze gelijk natuurlijk, maar de cijfers zijn wel de cijfers.” Hooghe stelt dat homofobie en agressie (verbaal en fysiek) piekt bij “mannen, van jonge leeftijd, sterk gericht op mannelijke vrienden, en met een islamitische achtergrond.” Hij wijst er verder op dat de politie in Leuven een gericht beleid voert tegen overlast en burenlawaai. Een beleid waarbij rekening gehouden wordt met risicofactoren en doelgroepen. Maar, “alleen voor homofoob geweld mag dat blijkbaar niet en moet een en ander vergoelijkt worden.”
En wat met criminaliteit?
Hooghe heeft gelijk, maar dat hij nu plots zo scherp uit de hoek komt, wekt enige verbazing. Als het gaat over ‘gewone’ criminaliteit, staat Hooghe altijd op de eerste rij om elk mogelijk verband met cultuur en religieuze achtergrond naar het rijk der fabeltjes te verwijzen. Al spreken de cijfers ook daar boekdelen. Volgens professor Hooghe is het verontrustende aandeel van allochtonen in de criminaliteit uitsluitend te wijten aan ‘kansarmoede’, ‘maatschappelijke uitsluiting’ en ‘discriminatie’. Internationale studies vertellen een ander verhaal. Waarom klaagt Hooghe homofoob geweld aan, maar minimaliseert hij de criminaliteit bij allochtonen? Het is een vraag waarop we het antwoord helaas moeten schuldig blijven…