Vandaag werden in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement twee zogenaamde anti-discriminatievoorstellen besproken en gestemd. Zo was er een Ontwerp van Ordonnantie “ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en ter bevordering van gelijke behandeling” en een voorstel van resolutie betreffende “de discriminatie aan de ingang van discotheken en andere uitgaansplekken”
Het Vlaams Belang stemde –als enige partij – tegen beide voorstellen. De Vlaams-nationalistische partij is namelijk absoluut niet akkoord met het principe van de omkering van bewijslast, zoals die in de ordonnantie is opgenomen. Dat niet meer de beschuldiging van discriminatie moet worden bewezen, maar dat de beschuldigde integendeel zijn onschuld moet bewijzen, druist in tegen ieder rechtsprincipe en tegen het gezond verstand. Ook het aanwijzen van het door de federale regering en door de Vlaamse regering gesubsidieerde politieke instituut UNIA als bevoorrecht partner is voor het Vlaams Belang meer dan één brug te ver. UNIA is nog steeds een instelling die moslimsalafisme of anti-Vlaams racisme bagatelliseert en weigert te behandelen. In dat opzicht valt trouwens ook het stemgedrag van de Brusselse N-VA fractie op. In de pers maakt die partij graag veel lawaai als het om UNIA gaat, maar als puntje bij paaltje komt keurt de N-VA dus mee goed dat UNIA de geprivilegieerde partner van de Brusselse overheid wordt, in de jacht op “discriminerende” werkgevers.
Dat het trouwens net de Brusselse regering is, die zelf dag na dag de Nederlandstaligen in Brussel discrimineert en hen hun rechten ontzegt (cfr de Taalrapporten van de Brusselse vice-gouverneur), die zich nu opwerpt als verdedigers van de gelijke behandeling, is wel bijzonder cynisch.
Ook de resolutie over de zogenaamde discriminatie aan de ingang van discotheken kon niet op de steun van het Vlaams Belang rekenen. Er is al zeer veel gezegd en geschreven over allochtonen aan wie de toegang geweigerd wordt in discotheken. Je zal ons niet horen beweren dat er daarbij nooit sprake was of is van jammerlijke discriminatie. En voor die gevallen bestaan er reeds meer dan genoeg rechtsmiddelen. Dit dan nog los van het feit dat dit soort van resoluties enkel maar olie op het vuur is voor diegenen die om de haverklap met valse racismebeschuldigingen voor de dag komen.
Dominiek Lootens
Fractievoorzitter in het Brussels Parlement