In het Brussels parlement luidde het onlangs dat de negatieve begroting te wijten was aan de economische en financiële crisis. De crisis heeft hierin ongetwijfeld een rol gespeeld, maar is echter niet de grootste boosdoener.
Sinds Brussel twintig jaar geleden een apart gewest werd – een eis van de Franstaligen – is het met de hoofdstad bergaf blijven gaan. In elk van de 19 Brusselse gemeenten verdubbelde of verdrievoudigde het aantal personen met een leefloon in de periode tussen 1989 en 2000. Vandaag zijn dat er al meer dan 25.000. Conclusie: Brussel importeert armoede.
Met deze import gaat ook een export gepaard, namelijk de stadsvlucht. De massa-immigratie van de jongste jaren heeft er voor gezorgd dat wijken verloederen en vervreemden, en dat vele Brusselaars zich er niet meer thuis voelen en verhuizen. Daarenboven komt nog dat de laatste tien jaar 10% van de grote ondernemingen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verlaten hebben. Reden? De hoge fiscale druk, gebrekkige mobiliteit, schrijnende onveiligheid en het gebrek aan degelijk tweetalig personeel.
“Enkel door te investeren in mobiliteit, door een keiharde aanpak van de criminaliteit, door het creëren van een bedrijfsvriendelijk klimaat en door het stimuleren (en zelf het goede voorbeeld te geven door de taalwetgeving strikt toe te passen) van tweetaligheid kan het Brussels Hoofstedelijk Gewest opklimmen uit het economische en financiële moeras waar het door 20 jaar rood en blauw wanbeleid in is gesukkeld”, aldus Dominiek Lootens en Greet Van Linter in een reactie. Beide Brusselse Vlaams Belang-parlementsleden roepen de regering dan ook op om te stoppen met klagen en zagen, en eindelijk stappen te ondernemen.