Bij de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (DBDMH) komen jaarlijks zowat 30.000 kwaadwillige valse oproepen binnen. Dat blijkt uit een antwoord van staatssecretaris Doulkeridis op een parlementaire vraag van Vlaams Belang-fractievoorzitter Dominiek Lootens.
Een exacte telling wordt niet bijgehouden, maar uit steekproeven blijkt dat zowat vijf procent van alle oproepen kwaadwillige valse oproepen zijn : “jongeren” die uit “verveling” valse oproepen plaatsen, oproepers die de centrale bellen om de operatoren uit te schelden, oproepers met valse meldingen om kolonnes hulpvoertuigen te zien uitrukken, enz.
Vijf procent kwaadwillige oproepen op een totaal van 600.000 oproepen per jaar, dat betekent dus 30.000 kwaadwillige oproepen per jaar, ofwel een tachtigtal per dag.
Het nodeloos (laten) uitrukken van hulpdiensten betekent niet alleen extra werklast voor de hulpdiensten, het kost de belastingbetaler ook handenvol geld. Daarenboven kan het gebeuren dat zo hulpdiensten worden opgehouden of weggehouden van plaatsen waar hun interventie wél nodig is. Het Vlaams Belang pleit er dan ook voor dat kwaadwillige oproepers systematisch worden opgespoord, zodat ze kunnen opdraaien voor de kosten die hieraan verbonden zijn.
Dominiek Lootens
Fractievoorzitter in het Brussels Parlement