Ingevolge de politiehervorming werden in de 6 Brusselse politiezones heel wat eentalige Rijkswachters en andere eentalige federale politiemanschappen opgenomen in de plaatselijke politiekorpsen. Dit had tot gevolg dat de tweetaligheid van de Brusselse politie er sindsdien heel sterk op achteruit is gegaan. De taalwet zelf werd aangepast, waardoor de betrokkenen 5 jaar de tijd kregen om hun tweetaligheidsbrevet bij Selor te behalen. Op 1 april 2006 loopt deze overgangsperiode echter af.
Uit gegevens die door de minister van Binnenlandse Zaken verstrekt werden, blijkt dat van de 405 personen die momenteel nog onder deze regeling vallen, er op dit ogenblik slechts 140 hun taalbewijs hebben behaald. Dat is slechts 34,57%.
De verschillen tussen de beide taalgroepen zijn bovendien frappant, hoewel helemaal niet verrassend. Van de 144 Nederlandstalige betrokkenen hebben er 94 hun taalbrevet inmiddels behaald; dat is 65,28%. Van de 261 Franstalige betrokkenen daarentegen hebben er slechts 46 intussen hun taalbrevet; dat is slechts 17,62%. We zien dus meteen uit welke hoek het probleem voornamelijk komt.
Het is in theorie mogelijk dat diegenen die nog geen taalbrevet haalden, dat allemaal tijdens de komende negen maanden in sneltempo nog zullen doen. Indien de Franstaligen echter verder blijven slagen in de af te leggen taalproeven aan hetzelfde tempo als nu het geval is, dan zal de laatste van deze 261 man zijn taalbrevet niet in april 2006, maar wel ergens in 2024 of daaromtrent hebben behaald. Men mag er dus van uit gaan dat er zich in april 2006 voor de meerderheid van deze manschappen én voor (de tweetaligheid van) de Brusselse politiezones een groot probleem zal stellen.
Senator Nele Jansegers confronteerde minister van Binnenlandse Zaken Dewael met deze problematiek en vroeg hem hoe hij hierop zou reageren. De minister weigerde in feite te antwoorden op de vraag, wat het Vlaams Belang het ergste doet vermoeden omtrent een eventuele verlenging van de termijn van 5 jaar.
Het Vlaams Belang is alvast van oordeel dat een dergelijke verlenging onaanvaardbaar is omdat dit een totaal verkeerd signaal geeft. Het beloont niet alleen diegenen die niét de nodige inspanningen hebben geleverd om in orde te zijn met de wettelijke verplichtingen, en die allicht gegokt hebben op de nodige toegeeflijkheid van de politieke verantwoordelijken. Het zet bovendien diegenen die met succes de nodige inspanningen hebben gedaan te kijk. Bovenal echter zadelt dit de Brusselse en andere Vlamingen opnieuw voor vele jaren op met heel wat Nederlandsonkundige politieagenten in hun hoofdstad. De overheid draagt hierin een verpletterende verantwoordelijkheid.
Vraag en antwoord na te lezen op www.senate.be, actueel, recente verslagen, 3-121.
Joris Van Hauthem
Perswoordvoerder