
Nadat Duitsland het Griekse voorstel voor een verlenging van het financiële steunprogramma afwees, lijkt de kans op een zogenaamde Grexit een stap dichter.
Afgelopen week eiste de regering Tsipras een verlenging van de Europese steun, maar weigerde het de hieraan gekoppelde besparingsvoorwaarden nog langer te aanvaarden. Het bloedrode Syriza wil, volgens klassiek socialistisch recept, wel de lusten maar niet de lasten. Dat Griekenland zich hiermee de facto buiten de eurozone plaatst, hoeft niet noodzakelijk een rampscenario te betekenen. Dat bevestigt intussen ook de gerenommeerde kredietbeoordelaar S&P.
Als eurosceptische partij pleit het Vlaams Belang al jaren voor een Grieks vertrek. De euroconstructie waarbij de noordelijke landen opdraaien voor de zuidelijke schulden is een ‘lose-lose-situatie‘. De noordelijke landen betalen de zuidelijke factuur, terwijl de zuidelijke landen worden opgescheept met een torenhoge schuld en een munt die hun economie verlamt.
Euro-utopie
Een Grieks vertrek zou dan ook de voorbode kunnen zijn van een opsplitsing van de euro in een noordelijke en een zuidelijke muntunie. Immers: als Griekenland uit de euro kan stappen waarom dan niet Portugal, Italië of Cyprus? Ook de schuld van die landen lijkt alles behalve houdbaar.
Griekenland zou hiermee de eerste dominosteen kunnen worden die het einde van de nefaste eurozone inluidt. In die zin biedt een Grexit dus perspectieven. Door een opsplitsing van de euro in een noordelijke en een zuidelijke variant krijgt zowel noord als zuid een munt die wél rekening houdt met de economische realiteit. Voorwaarde is wel dat het EU-establishment op dat moment moet toegeven dat hun euro-utopie gefaald heeft. En net daar knelt het schoentje.