
Afgelopen woensdag organiseerde de debatclub ‘Res Publica’ een geanimeerd debat over de media, wat toch eerder een zeldzaamheid in Vlaanderen mag heten. Gasten waren Rik Van Cauwelaert van Knack, Bart Sturtewagen van De Standaard, ex-VRT journalist en nieuw ‘bekeerde’ Vlaming Siegfried Bracke, en media-auteur en columnist Johan Sanctorum.
‘Oncommercieel controversieel’
Volgens Frans Crols, ex-directeur van Trends en inrichter van de avond, dringt de noodzaak van zo’n debat zich op omdat de redacties van de geschreven en audiovisuele media worden opgejut door een ingeslopen commerciële logica die zich bijna uitsluitend richt op verkoopcijfers. De media zouden zich daarbij teveel overgeven aan gemakkelijk infotainment, waarbij de Vlaams-radicale onderstroom best zoveel mogelijk gemeden wordt. Vooral thema’s uit de korf van het Vlaams Belang zijn voor veel media te rauw, (staats)gevaarlijk en ‘oncommercieel controversieel’, kortom: niet glad en glibberig genoeg om met roomsaus overgoten in de – hoe langer hoe meer elitaire – krantenrubrieken te verschijnen. Vooral Bart Sturtewagen van De Standaard werd op gehoon onthaald toen hij krampachtig zei advertenties van het Vlaams Belang te zullen blijven weigeren omdat er “nu eenmaal een verleden aan die partij blijft kleven”.
‘Befehl ist Befehl’
Siegfried Bracke gaf in dat licht toe het Vlaams Belang in het verleden te hebben ‘moeten’ ontmaskeren. “Maar we konden allemaal zien hoever ons dat uiteindelijk gebracht heeft. Los van hoe ik daar toen zelf over dacht, deed ik gewoon wat mij als journalist werd opgedragen.” Bracke waste zijn handen dus in onschuld met het aloude adagium: ‘Befehl ist Befehl!’
Van Cauwelaert vond de hele discussie over het Cordon Médiatique dat bijna rode draad werd doorheen heel het debat, dan weer compleet irrelevant, want zo zei hij: “Het is geweten dat 80% van de journalisten in Vlaanderen overwegend links stemt, terwijl bij de verkiezingen de kiezer juist het tegenovergestelde doet; wat eens te meer bewijst dat de media helemaal niemand manipuleren”.
Toegegeven: het is een statement dat als het ware in een notendop zegt wat er werkelijk aan de hand is met de Vlaamse media. Eigenlijk zegt Van Cauwelaert dat er fundamenteel niets mis is met ivoren-toren-media die over de hoofden van ‘rechts’ Vlaanderen hun eigendunkelijke mening aan de steeds vaker geïrriteerde kijkers en lezers opdringen. Uiteindelijk doet iedereen toch waar hij zin in heeft, ook in het stemhokje. Wat wel heel kort door de bocht is.
Verdeel-en heers-strategie
Mogen we Van Cauwelaert toch wijzen op de huidige media ‘warfare-strategie’ tegen het Vlaams Belang, namelijk het creëren van een hype rond de N-VA als verdeel-en-heers-strategie binnen de Vlaamse Beweging. Met een evenwichtiger media-aandeel voor het Vlaams Belang zouden de electorale kaarten wel degelijk anders komen te liggen. Concluderend mogen we gerust stellen dat de kloof tussen de Vlaamse pers en het ruimere publiek dat steevast op z’n honger blijft zitten over een aantal prangende kwesties zoals het vreemdelingenvraagstuk, het behoud van onze Vlaams economische welvaart en ons sociaal welzijn in Vlaanderen, de eerste jaren niet gedicht zal worden. Of zoals Johan Sanctorum stelde: “zolang de Vlaamse media niet geconfronteerd worden met hun eigen commerciële logica en er geen Vlaams rechts-rebels medium is dat hen concurrentie aandoet, zullen ze pertinent blijven weigeren zichzelf een spiegel voor te houden”.