Vergelijking exportprestaties loopt mank
Volgens Elio Di Rupo gaat het met Wallonië de goede kant uit. Eén van de cijfers die hij hanteerde is de gemiddelde stijging met 9,4% van de Waalse export tussen 1996 en 2005 tegenover 7,8% in Vlaanderen. Wallonië zou het dus beter doen dan Vlaanderen. Di Rupo toont zich een al even handig cijfergoochelaar als premier Verhofstadt.
De Vlaamse uitvoer was in 1996 inderdaad goed voor 96,7 miljard euro tegenover 171,6 miljard euro in 2005, Wallonië exporteerde 18,2 miljard euro in 1996 en 34.4 miljard euro in 2005. Op het eerste gezicht geeft dat de gemiddelde stijging die Di Rupo hanteert. Het Vlaamse aandeel in de totale export steeg evenwel van 71,8% in 1996 naar 80,3% in 2005, het Waalse aandeel van 13,4% naar 16,6%. De waarheid is dat het moeilijk is om een vergelijking te maken tussen 1996 en 2005 omdat het instituut voor de Nationale Rekeningen sedert 2004 een nieuw concept hanteert voor de verwerking van de gegevens.
De Waalse cijfers worden fel beïnvloed door de export van onedele metalen en minerale producten. Zo bestond de Waalse uitvoer tijdens de eerste zes maanden van 2006 voor 18,5% uit onedele metalen en voor 18,4% uit minerale producten. De stijging van de prijs van grondstoffen op de internationale markten heeft de Waalse exportstatistieken dus een flinke opstoot gegeven. Ook het aardgas dat uit Duitsland via Wallonië naar Frankrijk doorloopt heeft een belangrijke impact op de zogenaamde stijging van de Waalse export. Halverwege 2006 vertegenwoordigde dat 17% van de Waalse uitvoer. In het licht van die gegevens blijft de vaststelling overeind dat Wallonië wel degelijk een tekort heeft aan exporterende ondernemingen (of ondernemende exporteurs).
De cijfers van Di Rupo zijn er duidelijk op gericht om de Vlamingen nog een tijdlang te lijmen en hen te overhalen de transfers in stand te houden gedurende nog minstens tien jaar.
Luk Van Nieuwenhuysen
Vlaams parlementslid