
Een dag nadat hij door de koning werd aangesteld, lichtte formateur Di Rupo zijn aanpak van de regeringsformatie toe. Veel nieuws viel er niet te rapen. “Zijn toespraak was één langgerekt déjà vu”, zo vat Rik van Cauwelaert, chef-Wetstraat van Knack, het vandaag treffend samen.
Of Di Rupo in de zoveelste ‘opdracht van de laatste kans’ zal slagen, is hoogst twijfelachtig. Of we nadien naar verkiezingen gaan, er gewoon een nieuwe opdrachthouder wordt aangesteld voor een zoveelste ‘ultiem gesprek’, of uiteindelijk dan toch een ‘noodregering’ wordt gevormd, blijft voorlopig koffiedik kijken. Welke piste ook bewandeld wordt, het basisprobleem, met name de onwerkbaarheid van het Belgische model, blijft hoe dan ook bestaan.
Dat de grenzen van het federale overlegmodel zijn bereikt, kon Yves Leterme enkele jaren geleden al met zoveel woorden vaststellen. Het is er sindsdien niet beter op geworden. De totale impasse waarin de formatie bijna een jaar na de verkiezingen is beland, weerspiegelt de totale impasse waarin dit land is terechtgekomen. De verschillen tussen Vlamingen en Franstaligen zijn niet langer te overbruggen. België is kapot. Het is meer dan tijd dat de Vlaamse partijen daaruit hun conclusies trekken en werk maken van de ordelijke opdeling van dit onzalige land.