
Guy D’haeseleer vroeg in het Vlaams Parlement aan Liesbeth Homans om eindelijk werk te maken van de aanpak van sociale fraude door allochtonen die hier een sociale woning huren, maar een eigendom in hun thuisland bezitten.
Minister van Wonen Liesbeth Homans (N-VA) verstrengde recent de regels om aanspraak te maken op een sociale woning. Tegen wie echter nog steeds niet wordt opgetreden zijn de allochtone huurders die een eigendom hebben in hun thuisland. Zij kunnen nog steeds ongestoord een woning bezitten in Marokko, Turkije of een ander land van herkomst en hier toegang krijgen tot de sociale huisvesting. Om een Vlaamse sociale woning te huren, moeten allochtonen een ‘verklaring op erewoord’ afleggen dat ze geen woning bezitten in hun thuisland. Hierop gebeurt echter geen enkele controle. De meeste landen van herkomst weigeren immers verdragen af te sluiten die Vlaanderen toelaten de noodzakelijke controle mogelijk te maken.
Discriminatie
Onderzoek toont nochtans aan dat 66% van de hier levende Marokkanen een woning in het thuisland bezit, meer dan er een woning in eigendom hebben in Vlaanderen. Dit gedogen van fraude is uiteraard discriminerend ten aanzien van Vlamingen wiens dossiers men – overigens terecht – wél aan een grondige controle onderwerpt. Het feit dat in Vlaanderen vele tienduizenden behoeftigen op de wachtlijst staan voor een sociale woning, maakt de problematiek des te schrijnender.
Het doet de wenkbrauwen fronsen dat de Vlaamse Regering nu al vijftien jaar op de hoogte is van de problematiek, maar er nog steeds niet in geslaagd is om maatregelen te nemen om aan deze ernstige vorm van sociale fraude een einde te maken. Vlaams Guy D’haeseleer zette de kwestie daarom nogmaals op de parlementaire agenda.
Lachen
Uit het antwoord van minister Homans op vragen van ons parlementslid bleek dat de minister nog steeds geen enkele maatregel had genomen om deze fraude een halt toe te roepen. Nochtans zijn we inmiddels al over de helft van de legislatuur. Het enige dat er ondertussen werd opgesteld, is een in oktober opgeleverde werknota waarin ‘verschillende pistes’ gesuggereerd worden om het probleem aan te pakken. De voorbije 15 jaar werden door de voorgangers van Homans en Homans zelf echter al zoveel – tientallen –‘pistes’ bekendgemaakt. Ze hadden één gemeenschappelijk kenmerkt: er werd in het geheel niets gerealiseerd.
Guy D’haeseleer reageerde op teleurstellende antwoord van de minister: “De fraude is allicht immens en onaanvaardbaar. Ik heb gesproken met Marokkanen, Turken en vele andere buitenlanders. Zij lachen met het misbruik van ons sociaal systeem en vooral met de manier waarop het is georganiseerd en kan worden misbruikt.”
Drukkingsmiddel
Ons parlementslid suggereerde Homans daarom om eindelijk een kordaat beleid te voeren dat een einde moet maken aan de fraude: “Mijn partij pleit ervoor om, tot zolang die landen geen controle toelaten, te stoppen met het opnemen van onderdanen van die landen in de sociale huisvesting. Dat is het enige drukkingsmiddel op die landen en hun regering dat tot een sluitende oplossing kan leiden.”