
De strengere immigratiepolitiek die de Britse premier David Cameron heeft aangekondigd zou wel eens op een koude steen kunnen vallen. Oorzaak: de EU-wetgeving laat dit niet toe.
Vorige week berichtten we over de aankondiging van de Britse premier Cameron dat hij werk zou maken van een strengere uitwijzingspolitiek van illegalen en striktere regels inzake uitkeringen voor immigranten. Immers, met de hete adem van Nigel Farages UKIP (United Kingdom Independence Party) in zijn nek, klopt Cameron zich met de veelzeggende titel ‘Britain first’ op de borst.
Vraagtekens
In een opiniestuk plaatst UKIP-leider Nigel Farage de volgende vraagtekens bij de aangekondigde maatregelen:
- EU-wetten en -verdragen staan de implementatie van de aankondigingen van Cameron in de weg. Meer bepaald houden artikel 9 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (Verdrag van Maastricht) en artikels 18, 20, 45 en 48 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) fundamenteel strengere nationale immigratiewetten tegen. Zo stelt artikel 48 van het VwEU expliciet dat alle EU-burgers in elke lidstaat gelijk moeten worden behandeld, ook inzake de sociale zekerheid. Ook stipuleert EU-wetgeving dat “EU-burgers, alsook ingezetenen van een EU-lidstaat die niet de nationaliteit bezitten, gelijk moeten worden behandeld inzake de rechten en plichten die voortvloeien uit de nationale wetgeving,” en dat “deze bepalingen van toepassing zijn op alle klassieke takken van de sociale zekerheid”, met inbegrip van onder andere werkloosheidsuitkeringen en kinderbijslag. “Met andere woorden,” zo stelt Farage, “alles wat de heer Cameron beslist voor EU-immigranten, geldt ook voor het Britse volk”, en dat kan niet de bedoeling zijn. EU-wetgeving bepaalt immers dat Cameron geen onderscheid mag maken tussen het Britse volk en EU-immigranten. Ondertussen is de EU-Commissie al een onderzoek gestart naar de verklaringen van Cameron om na te gaan of ze wel stroken met de EU-wetgeving ter zake.
- Door zich slechts te richten op EU-immigranten die werkloosheidsuitkeringen ontvangen (een minderheid), negeert Cameron het veel grotere probleem van de massale aantallen EU-arbeidsimmigranten die ongeschoolde arbeid tegen lage lonen komen verrichten. Daardoor worden de lonen naar beneden gedrukt, neemt de werkloosheid bij autochtone Britten toe, worden belastingverlaging en andere voordelen voor lage lonen een steeds grotere kost en is er een steeds groter plaatstekort inzake wonen en onderwijs. “Zelfs Mark Carney, gouverneur van de Bank of England,” aldus Farage, “sprak over een met 25 procent gedaalde vraag naar Britse exportproducten, gecombineerd met wat hij beschreef als de effecten van ‘een groter aanbod aan arbeidskrachten dan we hadden gedacht’.” Farage besluit dat op die manier economische groei een disproportioneel groot voordeel biedt voor de rijken – die profiteren van goedkope arbeidskrachten -, ten nadele van de armen en de middenklasse. Exact hetzelfde verhaal dus als de problematische gastarbeid in België, die 50 jaar geleden vanuit Marokko en Turkije tot stand kwam.
Conclusie: de EU is het probleem
Farage concludeert terecht: “Het opengrenzenbeleid dat immigranten aantrekt uit met name ex-communistische landen waar het BBP enorm verschilt van het onze, treft het leven van miljoenen Britten terwijl de Britten er zelf, als gevolg van ons lidmaatschap van de EU, geen controle over hebben. In plaats van het fundamentele probleem aan te pakken dat gevolgen heeft voor de levens van miljoenen mensen, belooft Cameron maatregelen die slechts een invloed hebben op een paar duizend mensen. ” Het is, aldus Farage, onmogelijk om de fundamentele problemen inzake immigratie aan te pakken zolang Groot-Brittannië geen autonoom immigratiebeleid kan voeren. Dat geldt uiteraard ook voor België en een toekomstige Vlaamse soevereine staat.