
En hoe gaat het met onze noorderburen? Officieel bestaat er in Nederland geen ‘cordon sanitaire’ maar na de politieke aardverschuiving van vorige week gaan er toch wel stemmen op om geen regeringscoalitie te vormen met de PVV van Geert Wilders. Vooral in de rangen van het zwaar gehavende CDA (christendemocraten) is men niet happig om in zee te gaan met de rechtse Partij Voor de Vrijheid en dreigt er zware verdeeldheid. Zoals we hier vorige week al schreven, lieten ook vakbonden en werkgevers zich al erg negatief uit tegenover een regering met Wilders en mag ook de rol van het – ‘progressieve’ en multiculturele – koningshuis niet onderschat worden. De liberaal Mark Rutte beseft echter dat hij niet zomaar om Wilders en het oordeel van de kiezer heen kan. Ook in Nederland stemden de kiezers massaal voor een rechtse regering.
Carel Brendel (‘Het verraad van links’) schrijft dat ‘weldenkend’ en ‘progressief’ Nederland blijkbaar weinig heeft geleerd sinds de moord op Pim Fortuyn. Brendel haalt daarvoor 2 recente voorbeelden uit de kast: Hayrettin Ünüvar en Ingrid Rep. Ünüvar is raadslid voor de PvdA en voorzitter van de Turkse moskeevereniging in Venray. De man kwam daags na de spectaculaire verkiezingsoverwinning van Wilders in het nieuws met een spraakmakende interventie in de raadscommissie Maatschappelijke Diensten. Volgens de man storen moslims zich aan een varken dat deel uitmaakt van een kunstwerk op een plaatselijke rotonde. Ünüvar zegt “dat de gemeente voortaan rekening moet houden met de multiculturele samenleving.” Carel Brendel reageert woedend en schrijft dat het raadslid blijkbaar niets heeft begrepen van de scheiding tussen kerk en staat en dat hij eigenlijk een voorzet geeft voor “een monoculturele samenleving waarin alles wat aanstootgevend is voor orthodoxe moslims uit het straatbeeld moet verdwijnen.”
Over naar Ingrid Rep, een dappere zelfverklaarde verzetsheldin die vecht tegen het groeiende succes van Geert Wilders. Rep is directeur van het door de overheid gesubsidieerde Centrum Beeldende Kunst Gelderland. Op haar website liet ze weten dat ze geen zaken meer wil doen met kunstenaars die op de PVV zouden gestemd hebben. Jammer dat de stemming geheim is, want linkse Ingrid had graag over de schouder van de Nederlandse kunstenaars meegekeken.
“Dit is absurd”, zegt een kunstenaar. “In wat voor land leven wij? Ik heb niks met de PVV en ik heb niet eens op ze gestemd, maar ik vind dat het absoluut niet kan dat iemand vanuit een overheidsfunctie mensen gaat beoordelen op hun politieke voorkeur.” Rep voert aan dat het “tijd is om stelling te nemen tegen een hele partij die bevolkingsgroepen uitsluit”, maar dat argument overtuigt niet. “Merkwaardig dat de strijders tegen de veronderstelde uitsluiting zelf altijd het eerste naar het wapen van de uitsluiting grijpen”, sneert Brendel. Dat klinkt bekend.
Brendel wijst er op dat PVV-tegenstanders die partij steevast vergelijken met de Nederlandse collaboratiepartij NSB of de Duitse NSDAP. Immers, zo wordt dan gezegd: de PVV heeft een leidersfiguur, heeft problemen met één bevolkingsgroep en is democratisch gekozen. “Met dezelfde kromme redenering kan je evengoed de PvdA wegzetten als ‘fascistisch’ merkt Brendel gevat op. “Deze partij heeft immers ook een leidersfiguur – Job Cohen -, die openlijk zijn afkeer tegen de autochtone middenklasse al heeft beleden en die na democratische verkiezingen bijna aan de macht kwam…”
Het vergelijken van Geert Wilders met Adolf Hitler of Anton Mussert is, zo stelt Brendel, onderdeel van de hysterie rond de PVV. Al vele jaren wordt het volk (en in het bijzonder de moslims) bang gemaakt voor een partij waarvan de leider niet lang meer zou leven als zijn beveiliging zou stoppen. “Andere bevolkingsgroepen hebben méér reden om bang te zijn. In grote delen van Amsterdam durven als zodanig herkenbare joden niet meer over straat uit angst voor de ‘angstige’ moslimjongeren”…
Volgens Brendel is er dringend een normalisering van het debat nodig. Stop met die dwaze en onterechte vergelijkingen met de Tweede Wereldoorlog. En stop met het zaaien van angst en paniek. Het islamdebat zit muurvast want “elke vorm van kritiek op de politieke islam wordt afgedaan als islamofobie door de leiders van het naoorlogse verzet.” Intussen staan – zo besluit Brendel – de scheiding van kerk en staat, de gelijkheid van man en vrouw, en het behoud van onze vrije Westerse seculiere samenleving op het spel.