
De vorige Vlaamse Regering heeft in 2013 een zogenaamde ‘Vlaamse Spoorstrategie’ uitgewerkt waarbij ze voor Vlaanderen 11 prioritaire en zeer belangrijke spoorinvesteringen – onder meer een tweede spoorontsluiting voor de Antwerpse haven, verschillende Oost-Vlaamse lijnen en de reactivering en elektrificatie van een aantal Limburgse lijnen – selecteerde. Iedereen is het erover eens dat deze investeringen hoognodig zijn. De huidige Vlaamse Regering onderhandelt nu echter al drie jaar met de federale regering en spoorwegnetbeheerder Infrabel over de nodige toewijzing van middelen voor de realisatie van deze ‘missing links’.
Voor het Vlaams Belang is ons spoornet een essentiële pijler van het mobiliteitsbeleid. Een goede spoorontsluiting is de ruggengraat van het openbaar vervoer. De verkeerscongestie in Vlaanderen blijft toenemen en het verbeteren van de basisinfrastructuur voor het spoorvervoer is daarom dan ook van groot belang. Het is echter duidelijk dat N-VA-Minister van Mobiliteit Weyts en de Vlaamse ministers in de federale regering er helemaal niet in slagen om de federale minister van Mobiliteit François Bellot (MR) voor Vlaanderen méér te laten doen dan geld voor de toekomst (368 miljoen euro) te gebruiken voor lopende dossiers.
Splitsing
De N-VA stelt in zijn publicaties en in de pers nochtans al jaren dat het infrastructuurbeheer en de exploitatie van het spoor volledig dienen te worden geregionaliseerd, maar in werkelijkheid slagen ze er als grootste coalitiepartner in beide regeringen nog niet eens in om uitvoering te geven aan de Vlaamse spoorstrategie. Ondertussen geeft de N-VA Franstalige federale ministers van mobiliteit blijkbaar vrij spel om keuzes te maken die niet in het belang zijn van het Vlaamse spoornet.
Vlaams Volksvertegenwoordiger Stefaan Sintobin (Vlaams Belang) beklemtoonde woensdag ter gelegenheid van een actualiteitsdebat in het Vlaams Parlement dat de Vlaamse Regering niet alleen moet bepalen welke prioritaire spoorprojecten in Vlaanderen dienen te worden gerealiseerd maar ook mee bevoegd moet worden om die mee te financieren: “Een mogelijke oplossing is dat Vlaanderen zelf mee gaat investeren in zijn spoorprioriteiten via cofinanciering. Ook prefinanciering is mogelijk, maar daarvoor is natuurlijk wel een nieuw samenwerkingsakkoord nodig met de federale overheid.” Sintobin stelde echter vast dat er in de Vlaamse meerjarenbegroting geen middelen zijn opgenomen voor prefinanciering en dat voor cofinanciering nog steeds geen samenwerkingsakkoord is gerealiseerd.
Nadelig
Stefaan Sintobin hekelde ook benadeling van Vlaanderen bij de federale spoorinvesteringen door de 60/40-verdeelsleutel: “De N-VA stelt net als mijn partij terecht dat deze regeling nadelig is voor Vlaanderen, maar wat doet u daaraan als grootste Vlaamse oppositiepartij?” Het antwoord van N-VA klonk bijzonder zwak: “Dat zal in de geëigende organen, in dit geval de Kamer, ook door onze collega’s worden aangekaart.”
Minister Weyts kon niet anders dan toegeven dat – gelet op het beperkte federaal beschikbare bedrag van 368 miljoen euro en de grote druk van alle fracties in het Vlaams Parlement – er nu vaart moest worden gemaakt met het mogelijk maken van Vlaamse cofinanciering. In februari 2016 bepleitte Weyts echter nog een splitsing van het spoor. “Wij maken dan onze eigen keuzes, met onze eigen centen, en kunnen het spoorbeleid afstemmen op de Vlaamse economische noden”, zei hij toen. Over deze ambities zweeg de N-VA-minister woensdag echter in alle toonaarden. Allicht terug in de communautaire diepvriezer gestopt?
Lees hier het verslag van het debat.