
De “Brusselse metropolitane gemeenschap” is een overlegplatform tussen Brussel en de Vlaamse rand, waarvan de oprichting voorzien werd door de zesde staatshervorming.
De metropolitane gemeenschap komt de facto neer op een schending van het territorialiteitsbeginsel omdat Brussel en Wallonië hiermee inspraak krijgen in het beleid in Vlaanderen. Op een sluipende manier dreigt Brussel zo te worden uitgebreid. Tot op heden is deze instelling echter nog niet geactiveerd omdat er nog geen samenwerkingsakkoord werd afgesloten.
“Gemeenschappelijke agenda”
In het nieuwe regeerakkoord tussen CD&V, N-VA en Open VLD wordt met geen woord gerept over de Brusselse metropolitane gemeenschap. Dit werd ook opgemerkt door politicoloog Bart Maddens die in een interview met de Standaard (29/7/2014) over het Vlaams regeerakkoord stelde: “Je hebt de nogal onvoorwaardelijke aanvaarding van de staatshervorming. Ik had toch verwacht dat men voorzorgen had genomen om bijvoorbeeld de metropolitane gemeenschap rond Brussel tot symboliek te beperken. Men zit daar toch op een hellend vlak.”
Op een recente lunch van VOKA in Brussel zou minister-president Geert Bourgeois volgens de stadskrant Brussel Deze Week echter hebben gezegd: “De metropolitane gemeenschap is tweerichtingsverkeer, met respect voor de bestaande grenzen. We moeten tezamen met Brussel een gemeenschappelijke agenda opstellen om onze gemeenschappelijke belangen te dienen. De uitdagingen zijn er: mobiliteit en tewerkstelling. De Franstaligen hebben gekozen voor een Fédération Wallonie-Bruxelles, wij staan voor een actief beleid in Brussel.”
Vlaams volksvertegenwoordiger Stefaan Sintobin wilde in het Vlaams Parlement de minister-president ondervragen over deze uitspraken. Meer bepaald wilde Sintobin vernemen of de verklaring van de minister-president betekent dat de Vlaamse regering wel degelijk actief wil meewerken aan het overleg in het kader van de metropolitane gemeenschap en een samenwerkingsakkoord zal afsluiten, ondanks de vele bezwaren hiertegen.
Hete appel
Bourgeois had duidelijk niet veel zin om op de lastige vraag van Stefaan Sintobin te antwoorden, want hij schoof de hete appel door naar minister Weyts (N-VA), bevoegd voor de Vlaamse rand.
Die was in zijn antwoord bijzonder bondig. Volgens Weyts stemden de “door Brussel Deze Week genoteerde verklaringen niet overeen met de realiteit“. Volgens de minister “verwarde de journalist bilateraal overleg met de Brusselse metropolitane gemeenschap“. Daarmee moest de Vlaams Belang-vraagsteller het doen.
Toen Sintobin in zijn repliek nog eens aandrong op een écht inhoudelijk antwoord – meer bepaald wilde hij weten wat nu precies de plannen van de Vlaamse regering zijn met betrekking tot de Brusselse metropolitane gemeenschap – zette de minister botweg zijn microfoon af. Duidelijk is dat de Vlaamse regering ter zake nog niet in haar kaarten wil laten kijken. Sintobin liet alvast weten dat voor wat het Vlaams Belang betreft de Brusselse hoofdstedelijke gemeenschap best een stille dood sterft. Waakzaamheid blijft echter geboden, zeker nu de N-VA haar communautaire standpunten aan snel tempo inslikt.