Het kwam eventjes opnieuw in de actualiteit naar aanleiding van het bezoek van Condoleezza Rice: enige tijd geleden heeft de Europese Unie besloten het wapenembargo tegen communistisch China op te heffen. Dat embargo was ingesteld na de massamoord op het Plein van de Hemelse Vrede. Bij dat bloedbad, en bij de represailles die daarop volgden, werden honderden, en waarschijnlijk zelfs duizenden mensen vermoord. Die massamoord was geen geïsoleerd incident. Ze was symptomatisch voor de willekeur en de wreedheid van het Chinese regime.
De Chinezen houden nog steeds Tibet bezet, waar zij minstens één miljoen mensen hebben afgeslacht. In China zelf is er weliswaar een economische liberalisering, maar er is nog steeds geen sprankeltje democratie, geen vrijheid van religie, geen vrijheid van meningsuiting, geen enkele mogelijkheid om politieke oppositie te voeren of vrije vakbonden op te richten. De censuur is alomtegenwoordig, zelfs op internet. In China worden elk jaar meer mensen geëxecuteerd dan in heel de rest van de wereld samen. Het gaat daarbij niet alleen om moordenaars of drughandelaars, maar ook om politieke dissidenten, leden van Falun Gong of om stakkers die alleen maar geprobeerd hadden de belastingen te ontduiken. Ter gelegenheid van het Chinese Nieuwjaar werden trouwens nog enkele honderden mensen terechtgesteld. In strafkampen van de lao gai, de Chinese Goelagarchipel, verrichten honderdduizenden mensen dwangarbeid in erbarmelijke omstandigheden. Ook in de ‘gewone’ fabrieken en mijnen zijn de arbeidsomstandigheden verschrikkelijk. Nergens sterven zoveel mensen bij arbeidsongevallen als in communistisch China. Vooral bij de mijnwerkers in de steenkoolsector zijn de dodencijfers angstwekkend.
Niet alleen op binnenlands vlak is China een nachtmerrie. Ook zijn buitenlandse politiek is bijzonder agressief. De Chinezen verkondigen nog altijd openlijk dat zij het kleine onafhankelijke eilandstaatje Taiwan willen bezetten. Vooral voor Taiwan zal het een ramp zijn als de Chinezen hoogtechnologische wapens kunnen kopen in de Europese Unie. Maar dat kan de hypocriete EU-bonzen allemaal niets schelen. Zij ruiken geld, en dan zetten zij hun verstand en hun geweten op nul. Dan blijkt plots hoe hol en hypocriet heel hun discours over democratie en mensenrechten wel is. Ze gebruiken die nobele woorden alleen als propagandawapens in de binnenlandse politiek, om rechtse partijen en bewegingen in diskrediet te brengen. Een pamfletje met kritiek op hun immigratiebeleid, op de islam of het multiculturalisme beschouwen zij als een verschrikkelijke schending van de mensenrechten. Maar honderden vermoorde studenten op het Plein van de Hemelse Vrede, duizenden executies, honderdduizenden dwangarbeiders en een miljoen vermoorde Tibetanen, dat zijn voor hen slechts details in de geschiedenis. Daar nemen zij geen aanstoot aan. Zij willen ongestoord wapens kunnen verkopen aan de massamoordenaars in Peking. Aan de grootste dictatuur ter wereld. Bestaat er ook een Nobelprijs voor hypocrisie?