
De voorbije weken lieten al heel wat politici weten best wel minister te willen worden. De (voorlopig) laatste in de rij was de Oost-Vlaamse SP.A-lijsttrekker Freya Van den Bossche, die het voorbije weekeinde verklaarde ‘er weer zin in te hebben’. Een en ander schoot in het verkeerde keelgat bij SP.A-nestor Louis Tobback die stelde dat zoiets bij de kiezer de indruk wekt dat zijn stem er niet toe doet. Dat het niet over de inhoud, maar over ‘de poppetjes’ gaat. Zonder ons te willen moeien in het socialistische huishouden, kunnen we Tobback natuurlijk alleen maar gelijk geven. Al is het maar de vraag of hij met zijn uithaal naar zijn Gentse partijgenote niet vooral zijn eigen zoon Bruno in een goede positie wilde plaatsen voor de Vlaamse regering, zoals door sommigen geopperd wordt.
Van den Bossche is trouwens niet de enige die openlijk solliciteert naar een (minister)post nog voor de kiezer zich heeft uitgesproken. Zo liet bijvoorbeeld ook Leterme reeds weten “nog dienstbaar” te willen zijn en houdt ook Verhofstadt zich ‘beschikbaar’. Bart Somers liet na de eerste positieve peilingen voor Groen! dan weer weten een zogenaamde Jamaica-coalitie (VLD, CD&V en Groen) in de steigers te willen zetten. Het feit dat de VLD-voorzitter de – nog linksere – groenen verkiest boven de SP.A, maakt meteen duidelijk dat het voor de liberalen eigenlijk niet zoveel uitmaakt wie er mee in de regering zit, zolang ze er zelf maar bij zijn. Bij de N-VA is men dan weer zichtbaar gevleid door het nauwelijks verholen coalitieaanzoek van een andere VLD’er, met name Karel De Gucht. Het feit dat De Gucht de N-VA een half jaar geleden nog omschreef als ‘onverbeterlijke karakteriëlen’ lijkt ondertussen alweer vergeten. Wat telt, is dat er na 7 juni opnieuw regeringsdeelname inzit. Het was overigens N-VA-voorzitter De Wever zelf die nog geen jaar geleden verklaarde dat hij hoopte opnieuw met CD&V in bed te belanden. En dan hebben we het nog niet gehad over Lijst Dedecker… De man wiens partij niet zou bestaan als de VLD hem destijds minister van Sport had gemaakt, schreeuwt nu al maanden van de daken dat hij wil ‘meespelen’ en spreekt daarbij een duidelijke voorkeur uit voor een coalitie met twee partijen die hij ooit te links noemde: CD&V en zijn intieme vijanden van de VLD.
Over de inhoud hebben we de verschillende partijen tot op heden maar weinig of niet gehoord. “Zo moddert deze campagne maar aan en lijkt ze alleen maar te handelen over wie zich al dan niet geroepen voelt om minister te worden en wie in coalitie wil met wie”, zo merkt journalist Peter De Backer vandaag in Het Nieuwsblad op. In Het Laatste Nieuws stelt Luc Van der Kelen dat de discussie is teruggevallen “over wie doet het met wie, over welk poppetje op welk plaatsje komt, wie wel en wie niet mag meedoen.” Of nog: “De kern is niet de inhoud, de kern is de samenstelling van de volgende regering.” Over de inhoud hebben we de verschillende partijen inderdaad nog maar weinig gehoord, waardoor het Vlaams Belang zich andermaal profileert als een partij die anders is dan de andere. Bij het Vlaams Belang gaat het niet over de postjes, maar over het programma. Het Vlaams Belang wil niet ‘zijn’ stuk van de taart bemachtigen; het Vlaams Belang wil het recept van de taart veranderen!