
“Religie was niet Mohamed Merah’s probleem, evenmin politiek.” Dat zegt de bekende/beruchte islamdenker Tariq Ramadan, een obscure gezaghebbende figuur in kringen van moslimimmigranten die door naïeve Westerlingen ten onrechte wordt beschouwd als ‘gematigd’, een ‘man van de dialoog’. Volgens Tariq Ramadan was Merah een gefrustreerde Franse burger. “Hij was zelf het slachtoffer van een sociale orde die hem al had verdoemd, en miljoenen anderen met hem, tot een marginaal bestaan, en tot de niet-erkenning van zijn status als burger met gelijke rechten en mogelijkheden.” De Nederlandse publicist Carel Brendel sneert dat Ramadan daarmee miljoen immigranten wel heel gemakkelijk tot willoze slachtoffers maakt. De conclusie van Ramadan is dat het terrorisme van Merah “een product is van sociaaleconomische omstandigheden, verscherpt door racisme en discriminatie. Want door zijn voornaam en huidskleur werd hij voortdurend teruggebracht tot zijn afkomst en religie.” Het was al het bekende alibi voor straatterreur en nu is het ook het alibi voor moslimterrorisme.
Voedingsbodem
Het klopt natuurlijk dat niet elke moslim in Europa terroristische ambities heeft, maar het religieuze aspect van de terreur van Toulouse valt moeilijk weg te gommen of te ontkennen.
“Terroristen opereren niet vanuit het niets, maar hebben een voedingsbodem voor hun fanatisme”, schrijft Brendel nog (carelbrendel.nl, 23.03.12). “In het geval van Merah heeft het geen zin om tegen beter weten in te ontkennen dat het iets te maken heeft met de islam – ook al geven de meeste moslims een totaal ander invulling aan hun geloof. Dergelijke bezweringsformules helpen bij het toedekken, maar niet bij het oplossen van de problemen.” Een rake analyse.