Het is hoog tijd voor een fiscaal pact van de overheid met de inwoners en de bedrijven van de Vlaamse steden en gemeenten. En dit moet dringend in Vlaanderen gebeuren en niet langer op federaal, Belgisch niveau. Doel moet zijn om tot een matiging van de fiscale druk te komen. Wat stellen we immers alweer vast? Volgens de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten zijn de gemeentebelastingen de huidige legislatuur sterk gestegen.
Deze stijging is voor een groot deel het gevolg van doorschuifoperaties van de federale overheid naar de steden en de gemeenten, vaak over het hoofd van de Vlaamse overheid heen. Denken we maar aan de politiehervorming. Maar ook de vrijmaking van de energiemarkt zit er voor iets tussen. Met de ELIA-taks proberen lokale overheden verloren inkomsten uit dividenden te compenseren. Daarnaast zijn ze naarstig op zoek naar bijkomende middelen, veelal door het verhogen van allerlei taksen en retributies. Het is de paarse fiscale paradox: wat de federale overheid met de ene hand aan de burgers geeft, nemen de lokale overheden met de andere hand terug. Liberalen en socialisten strooien de Vlaming zand in de ogen. Maar de CD&V-burgemeesters in vele Vlaamse gemeenten sluiten evengoed de ogen…
Een fiscaal pact van de Vlaamse overheid en haar steden en gemeenten zou de fiscale autonomie van die steden en gemeenten kunnen versterken. Niet om de lokale belastingen dan zomaar te kunnen laten stijgen, maar om de Vlaamse administratie te ontlasten en minder duur te maken. Het zou voor de gemeenten en steden uiteraard mogelijk zijn met elkaar akkoorden af te sluiten: wat willen ze samen doen en wat niet? Een efficiënte samenwerking op een zo laag mogelijk niveau werkt besparend, zo werd al overtuigend aangetoond. Het is de beste manier om antwoorden te zoeken op lokale en streekgebonden problemen.
Roger Van Houtte schreef in Gazet van Antwerpen op 12 juli 2001 over de problematiek van de lokale belastingen: “Als de jaarlijkse miljardenstroom van noord naar zuid zou kunnen worden beperkt tot een normale solidariteit, heb je geen kunstgrepen nodig. Dan zou er ruim voldoende zijn voor de Vlaamse grootsteden, voor de Antwerpse mobiliteit en voor een echt Vlaams sociaal beleid. Het probleem ligt niet bij die door de Vlaamse regering opgelegde besparingen, maar bij het Belgisch systeem vol rare verdeelsleutels en wafelijzers.” Zijn analyse is nog altijd even actueel én correct.