
Laat in Vlaanderen de naam Gouda vallen en je denkt meteen aan boerenmeisjes op klompen en Hollandse kaas. Een dijk van een cliché dat de jongste tijd zware concurrentie krijgt van Marokkaanse relschoppers. De samenlevingsproblemen van de grootsteden hebben zich intussen verplaatst naar kleine, rustige provinciesteden zoals Gouda. Een beetje vergelijkbaar met Mechelen, Aalst of Ronse bij ons. De situatie loopt er intussen zodanig uit de hand dat Geert Wilders – naar het voorbeeld van Italië – voorstelde het leger in te zetten om recht en orde te herstellen. Een plan dat door zijn tegenstanders meteen werd afgeschoten, maar dat er dringend iets moet gebeuren, daarover is iedereen het eens.
Het Nederlandse opinieblad Elsevier, dat in de figuur van de conservatieve denker Bart Jan Spruyt een nieuwe, schitterende columnist heeft aangetrokken, gaat dieper in op de kwestie. Spruyt, die zelf in Gouda woont, typeert de situatie aan de hand van een anekdote. Zo raakte hij in zijn favoriete boekenwinkel aan de praat met een brave man die met tranen in zijn ogen vertelde dat zijn zoon een Lonsdale-trui had gekocht. Als een uitdagend statement. Hij had nog geprobeerd zijn zoon op andere ideeën te brengen, maar het was hem niet gelukt. Zijn zoon had hem getrakteerd op een reeks lastige vragen: “Pa, toen u nog jong was, kon u toen nog gewoon door de winkelstraat lopen zonder het gevaar dat u door Marokkanen werd tegengehouden die u dwongen uw sportschoenen in te leveren? Kon u nog gewoon naar het zwembad zonder dat uw vriendinnen door Marokkaanse jongeren werden lastiggevallen? Kon u op koopavonden nog gewoon naar de binnenstad zonder dat u zich door de intimidatie van Marokkaanse jongeren bedreigd hoefde te voelen?” Op al drie vragen moest de brave, christelijke leraar het antwoord schuldig blijven.
De anekdote krijgt nog een wrang staartje. De zoon ging in een ander provinciestadje studeren. Op de eerste avond ging hij samen met een vriend frieten eten in een snackbar. En toen kwamen er enkele Marokkaanse jongens binnen die zijn bakje begonnen leeg te eten. Hij sloeg een van hen tegen de grond, waarop de eigenaar de politie belde. De snackbaruitbater durfde de politie niet vertellen wat er gebeurd was. Gevolg: de Marokkaanse relschoppers liepen zo weer naar buiten, de zoon mocht een nachtje brommen in de politiecel…
Bart Jan Spruyt noemt Gouda en andere steden het decor van een “moleculaire burgeroorlog”, die voortwoekert als een kanker die nog niet is vastgesteld. “De immigratie van de afgelopen decennia heeft het absorbsievermogen van deze steden overtroffen. Formeel heersen er de regels van de rechtsstaat, in de rauwe werkelijkheid van alledag heersen er de normen van de straat en het recht van de sterkste.”