Nieuws
donderdag, 20 jan 2022

“Meer aandacht nodig voor posttraumatische klachten politieagenten”

Een grootschalig onderzoek van de KU Leuven legt bloot dat bij de lokale politieagenten meer dan één agent op zeven last heeft van posttraumatische klachten. “Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) wil naar eigen zeggen het beroep van politieagent aantrekkelijk maken”, zegt volksvertegenwoordiger Ortwin Depoortere. “Maar dan moet ze uiteraard in de eerste plaats zorgen voor het fysiek en mentaal welzijn van de politie. En daar is nog heel veel werk aan de winkel.”

In het najaar van 2021 werden 1.896 agenten van vijftien verschillende politiezones bevraagd over posttraumatische klachten. Een ruim aantal, wat garant staat voor breed en betrouwbaar staal. “Gelet op het werk dat politieagenten verrichten, is het logisch dat ze meer dan gemiddeld met traumatiserende situaties en geweld in aanraking komen, maar de cijfers die uit het onderzoek naar voren komen zijn zeer confronterend”, aldus Depoortere. “90 procent van de agenten kreeg reeds te maken met fysiek geweld, en 60 procent met geweld waar vuur- of steekwapens bij te pas kwamen. En één agent op drie heeft zelfs al voor het leven moeten vrezen.”

“Politieagenten zijn mensen en ze verdienen een menselijke behandeling, met voldoende aandacht voor PTSS”

Dergelijke zaken blijven uiteraard niet in de koude kleren hangen en 15 procent van de bevraagde agenten lijdt dan ook aan posttraumatische stressstoornis (PTSS). “PTSS heeft vier symptomen: het herbeleven van het gebeuren, het vermijden van situaties die aan dat gebeuren doen denken, het overdreven gespannen en waakzaam zijn, en het nog moeilijk functioneren in het dagelijkse leven”, vervolgt Depoortere. “7,4 procent van de agenten vertonen alle symptomen, 7,6 procent drie van de vier. Het zijn sprekende cijfers, waar we niet licht mogen overgaan.”

“PTSS kan resulteren in alcohol- en drugverslavingen of zelfs in zelfmoord”, merkt Depoortere, die hierover de minister zal ondervragen, tot slot op. “Verlinden heeft ondertussen al te kennen gegeven de studie aandachtig te analyseren, maar daar mag het echt niet bij blijven. Er is meer aandacht nodig voor de problematiek en vooral meer specifiek hulpaanbod.”