Interview
woensdag, 26 jan 2022

“Na 50 jaar is het tijd dat het Vlaams Parlement ons enige parlement wordt”

Het Vlaams Parlement vierde onlangs zijn 50-jarig bestaan. Op dinsdag 7 december 1971 werd de Cultuurraad van de Nederlandse cultuurgemeenschap, de eerste voorloper van dat parlement geïnstalleerd. Het parlement werd toen nog niet rechtstreeks verkozen en was samengesteld uit de Vlaamse verkozenen van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Filip Dewinter zetelt al in het Vlaams Parlement van 1988 en werd in 1995 ook verkozen bij de eerste rechtstreekse verkiezingen. Met zijn 28 jaar lidmaatschap is hij het langst zetelende lid. Hij is dan ook het best geplaatst om terug te blikken op de geschiedenis van dat Vlaams Parlement.

Opgetekend door Wim Van Osselaer

Dag Filip, 50 jaar Vlaams Parlement, is dat een reden om te feesten?

Ja en nee… Het feit dat het Vlaams Parlement bestaat is natuurlijk belangrijk. Vergeet niet dat het Vlaams Parlement altijd al een doorn in het oog geweest is van de Belgicisten. Jarenlang heeft men het tot stand komen van een eigen Vlaams Parlement vanuit die kringen tegengewerkt. De locatie van het Vlaams Parlement – in Brussel, naast het federaal parlement – werd evenmin op applaus onthaald. Het Vlaams Parlement is een teken van hoop. Zeker voor iedereen die streeft naar Vlaamse onafhankelijkheid is het Vlaams Parlement het ideale middel om die droom te realiseren. Dus ja, 50 jaar Vlaams parlement is een reden om te vieren.

Maar toch zijn er gemengde gevoelens… Gedurende die 50 jaar is het Vlaams Parlement zelden of nooit de hefboom tot Vlaamse onafhankelijkheid geweest. Integendeel. Te veel en te dikwijls werd het Vlaams Parlement als een alibi gebruikt om niets te moeten doen want we hadden toch ons eigen parlement en eigen bevoegdheden…

Herkent u in het Vlaams Parlement van nu nog steeds de Vlaamse raad van decennia terug?

Het Vlaams Parlement was aanvankelijk vooral een flauwe afspiegeling van het federaal parlement. Men mag niet vergeten dat de federale parlementsleden toen twee petjes droegen: een federaal en een Vlaams petje. Het Vlaams Parlement was een soort van bijjob. In het federaal halfrond werd dan de Belgische driekleur vervangen door de Vlaamse Leeuw; we wisselden van plaats en we speelde één dag per week Vlaams Parlementslid. Het Vlaams parlement had toen vooral een symbolische functie met weinig bevoegdheden. Het feit dat de Vlaamse regering toen een afspiegeling was van de federale regering met dezelfde meerderheden in het Vlaams en het federaal parlement zorgde ervoor dat het Vlaams parlement weinig voorstelde. Dat is nu toch wel anders. De meerderheden zijn niet langer dezelfde wat zorgt voor gezonde spanning en voor andere accenten in het beleid. Het debat tussen het Vlaams en federaal niveau in verband met kernenergie en gascentrales is daar een goed voorbeeld van.

Wat is uw meest memorabele moment in het Vlaams Parlement?

Er zijn heel veel markante momenten geweest gedurende die voorbije 50 jaar. Ik herinner mij de beelden van de zitting van de eerste Vlaamse cultuurraad in de Kamer van volksvertegenwoordigers. De leden van de toenmalige Volksunie (VU) zette bij het begin van de allereerste zitting de Vlaamse Leeuw in. Een historisch moment want voor het eerst waren er enkel Vlaamse volksvertegenwoordigers in het parlement, was de voertaal uitsluitend het Nederlands en prijkte de Vlaamse Leeuw naast het spreekgestoelte onder het beeld van Leopold I en de Belgische wapenspreuk “ééndracht maakt macht”. De symboliek kon niet veel groter zijn…

Onze partij heeft natuurlijk ook wel voor bijzondere momenten gezorgd…

Natuurlijk. Het mooiste moment was misschien wel de eerste zitting van het eerste rechtstreeks verkozen Vlaams Parlement waarbij Vlaams Blok ouderdomsdeken wijlen Wilfried Aers de zitting opende en de historische woorden sprak: “Laten wij, leden van de eerste Vlaamse Raad ons in alle omstandigheden als zelfbewuste Vlamingen gedragen. Op die manier zullen wij in de komende jaren, alle Waalse en Belgische stiefmoeders kunnen afschudden en zal onze Vlaamse Raad de hefboom en het breekijzer worden tot het bereiken van het einddoel van de Vlaamse beweging, een onafhankelijke Vlaamse staat.”

De traditionele partijen waren zo geschokt dat het reglement 24 uur later werd veranderd zodanig dat niet langer de ouderdomsdeken het zittingsjaar van het parlement mocht openen maar wel het lid met de meeste dienstjaren. De ironie van het lot wil dat ik ondertussen het lid met de meeste dienstjaren ben waardoor de eer om het parlement te openen mij te beurt valt. Dat zal wel niet de bedoeling van de toenmalige reglementswijziging zijn geweest.

Aan welke andere Vlaams Parlementsleden houdt u belangrijke herinneringen over?

De meest markante figuren zijn diegenen die tegen de stroom in durfden te roeien. Ik denk aan CD&V-volksvertegenwoordiger Johan Weyts en PVV-volksvertegenwoordiger Ward Beysen en uiteraard Jean-Marie Dedecker… allemaal rebellen die tegen hun eigen partij in de belangen van de Vlamingen durfden te verdedigen. Weyts en Beysen vormden zelfs samen met mij een alliantie tegen het vreemdelingenstemrecht, waarvoor zij uit hun eigen partij werden gezet.

Personen als Etienne Van Vaerenbergh (VU), Herman Suykerbuyk (CVP), Luk Van Nieuwenhuysen (Vlaams Blok) en wijlen Joris Van Hauthem (Vlaams Blok) zorgden ervoor dat de Vlaams communautaire agenda nooit uit het oog werd verloren. En dan zijn er natuurlijk nog de excentrieke figuren zoals Jean-Pierre van Rossem of de socialist Luc Van den Bossche die voor veel hilarische momenten in het parlement hebben gezorgd.

Is er in de loop der jaren in het Vlaams Parlement veel veranderd in de verhouding tussen het Vlaams Belang en de andere fracties?

Toch wel. In de beginperiode waren we de absolute paria’s. Het cordon sanitaire betrof ook een cordon ‘humanitair’. Zelfs handen schudden of gesprekken voeren met Vlaams Blokkers was ‘not done’. Dat is toch wel enigszins gewijzigd. De menselijke relaties zijn verbeterd en zelfs socialisten en Groenen beschouwen Vlaams Belangers tegenwoordig niet meer als des duivels. Toch blijft het onmogelijk om voorstellen van decreet, resoluties of moties van het Vlaams Belang gestemd te krijgen door andere partijen. Op dat vlak werkt het cordon sanitaire nog steeds.

Geen cordon humanitair dus meer, maar nog wel een cordon sanitaire. Vormt dat een probleem om te wegen op het beleid?

Dat onze voorstellen worden weggestemd, is frustrerend maar we slagen er desondanks wel in om te wegen in het politieke debat. Door de vinger op de wonde te leggen en de andere partijen te verplichten om onze standpunten over te nemen. Dat is overigens altijd onze sterkte geweest. Oppositie voeren kan lonender zijn dan deelnemen aan het beleid. De Volksunie was als oppositiepartij veel machtiger en invloedrijker dan ze ooit als regeringspartij is geweest. Een radicale partij zoals het Vlaams Belang put haar kracht uit zijn rechtlijnigheid en consequent politiek gedrag. Anderzijds legt dat cordon natuurlijk wel een deficit in de Vlaamse democratie bloot. Zeker in het Vlaams Parlement waar onze partij zo goed vertegenwoordigd is.

Wat is uw visie op het Vlaams Parlement zoals het nu is?

Het huidige Vlaams Parlement lijkt te vaak op een veredelde gemeenteraad. De bevoegdheden zijn eerder technisch waardoor de grote ideologische debatten achterwege blijven. De traditionele partijen waken erover dat het Vlaams Parlement niet buiten de lijntjes kleurt.

Te dikwijls wordt het hebben van een Vlaamse regering en parlement met eigen bevoegdheden gebruikt als een alibi om geen verdere stappen richting Vlaamse zelfstandigheid te moeten zetten. De parlementsleden houden zich nauwgezet bezig met de beperkte bevoegdheden van het parlement en daar houdt het op. Het Vlaams Parlement was een soort van lollie voor de Vlaamse Beweging die tevreden was met de totstandkoming van het Vlaams Parlement, maar niet besefte dat het een stop op de fles van de Vlaamse ontvoogding werd in plaats van omgekeerd.

Het Vlaams Parlement is dus eerder een technisch parlement. Hoe ziet u de rol van het Vlaams Belang daarin dan?

Het Vlaams Belang moet vooral de luis in de pels zijn. We moeten ons bij onze initiatieven niet beperken tot de louter technische bevoegdheden van het parlement. Uiteraard moeten we over iedere Vlaamse bevoegdheid een eigen gedegen en onderbouwd standpunt hebben en dat ook uitdragen. We moeten echter vooral de stok in het hoenderhok durven te gooien, de zogenaamde consensus doorbreken, de stem zijn van het volk en van de zwijgende meerderheid.

Het is niet onze taak om te streven naar het eeuwige compromis, maar wel om onze standpunten – ook als ze controversieel – onmomfloerst en taboeloos uit te dragen. We mogen nooit vergeten dat het Vlaams Belang geen burgerlijke maar een revolutionaire partij is: we streven immers naar het ontmantelen en ontbinden van de Belgische staat en het oprichten van een Vlaamse republiek.

Die revolutionaire houding moeten we ook uitstralen in het parlement?

We moeten inderdaad meer stokken in de wielen durven steken. De parlementaire debatten zijn te braaf geworden. Vroeger werd er gefilibusterd, duurden debatten tot diep in de nacht en waren de verbale confrontaties soms hard. Dat ontbreekt tegenwoordig te dikwijls…

Tussen 2004 en 2009 hebben we – ook dankzij onze vier commissievoorzitters – het parlement meermaals lam gelegd om duidelijk te maken dat er rekening gehouden moest worden met ons. Dat wapen moeten we meer en uitdrukkelijker gebruiken. We mogen zeker niet tevreden zijn met de schouderklopjes van de collega’s. De woorden van Karel Dillen indachtig: “we zijn in het parlement; maar nooit van het parlement”.

Heeft de machtspositie van de N-VA in het Vlaams Parlement en de Vlaamse regering Vlaanderen iets opgeleverd?

De N-VA levert al bijna 10 jaar de minister-president. Sinds de N-VA de Vlaamse regering domineert, heerst op communautair vlak de rust van het kerkhof. In deze coronacrisis bleek nogmaals duidelijk wie de broek in dit land draagt. Dat was zeker Vlaams minister-president Jan Jambon niet. De Vlaamse regering en het Vlaams Parlement schikken zich in de rol van vazal.

Het Vlaams Parlement is nochtans niet ondergeschikt aan het federaal parlement. Volgens verklaring 51 van het Verdrag van Lissabon kan het Vlaams Parlement ook op internationaal vlak zelf verdragen afsluiten en internationale relaties aangaan. Van dit unieke statuut maken we echter niet of nauwelijks gebruik. Jambon loopt de deuren plat van de Catalaanse, de Baskische en de Schotse regering maar zelf presteert hij op communautair vlak helemaal niets. Alles kan natuurlijk veranderen indien N-VA en Vlaams Belang in het Vlaams Parlement samen de meerderheid van de zetels verwerven. Op dat moment kunnen we via het Vlaams Parlement de Vlaamse zelfstandigheid realiseren. Na 50 jaar wordt dat meer dan tijd.