Minister van Ambtenarenzaken speelt verstoppertje
In de loop van de maand juni stelde Vlaams Belang-senator Nele Jansegers aan alle federale ministers en staatssecretarissen een schriftelijke vraag omtrent hun standpunt over het dragen van hoofddoeken door federale ambtenaren tijdens hun diensturen.
Geen enkele excellentie voelt zich blijkbaar echt geroepen om daar iets over te zeggen, vermits zij allen verwijzen naar hun collega van ambtenarenzaken. Maar ook deze is niet bepaald een toonbeeld van duidelijkheid in zijn antwoord, eerder het tegendeel daarvan. Minister Vanackere: “Verbiedt de tekst [het ‘statuut-Camu’] het dragen van een hoofddoek voor personeelsleden die in contact staan met het publiek? Dit is een beoordelingskwestie waarbij er rekening gehouden wordt met de context. […] Geeft de tekst dan onbeperkt toestemming voor het dragen van religieuze tekens? Neen, evenmin. Dit is afhankelijk van de gegeven situatie.”
Uiteindelijk komt het erop neer dat de minister weigert een standpunt in te nemen of een regel in te stellen en schuift hij de verantwoordelijkheid voor de netelige kwestie af op de voorzitters van het directiecomité en andere leidinggevende ambtenaren. Wel kan worden genoteerd dat het dragen van een hoofddoek door ambtenaren die in contact komen met het publiek blijkbaar voor de minister wel mogelijk is.
Vlaams Belang senator Nele Jansegers vindt een dergelijke houding in alle geval onverantwoord: “Het is onaanvaardbaar dat de minister, die uiteindelijk de politiek verantwoordelijke is, verstoppertje speelt in deze netelige aangelegenheid en de hete aardappel doorschuift naar de ambtenarij. Met een dergelijke houding blijft er grote onduidelijkheid bestaan over wat er kan en niet kan en wordt de verwarring alleen maar groter. Het is absoluut noodzakelijk dat voor eens en altijd de knoop wordt doorgehakt en er een eenvormige instructie komt voor de hele ambtenarij. Wat ons betreft is het alvast duidelijk dat wie in dienst van de overheid treedt, ermee rekening moet houden dat een absolute neutraliteit in de dienstverlening een vereiste is en dat dit voor de ambtenaar beperkingen met zich meebrengt, onder meer inzake klederdracht. In die optiek is het dragen van een hoofddoek, ten minste voor diegenen die in contact komen met het publiek, alvast wat ons betreft niet aanvaardbaar.”
Senator Jansegers zal de minister hierover na het parlementaire reces dan ook verder over ondervragen.
Joris Van Hauthem
Perswoordvoerder