
Om een faillissement af te wenden, moet de NMBS zwaar besparen. In totaal worden 193 treinen geschrapt. Dat zijn er minder dan de 302 die eerder voorzien waren. In dat geval zouden er 6.000 reizigers getroffen worden, nu zijn het er ‘maar’ 2.800. Een en ander heeft ook zijn weerslag op het personeel. Volgens de vakbonden verdwijnen er zeker 1.000 banen: “Er is geen enkel bedrijf dat zoveel banen schrapt zonder dat er acties komen.” Er staat de weerloze pendelaar dus weer een hoop spoorellende te wachten.
Heilige huisjes
“Waarom blijft de dure top buiten schot?”, vraagt spoorwegjournalist Herman Welter zich af (www.deredactie.be). “Dat geldt voor alle bedrijven van de spoorgroep: de NMBS-Holding, operator NMBS en Infrabel. De spoorgroep telt drie raden van bestuur, drie gedelegeerd bestuurders, tien directeurs-generaal met ieder een maandwedde van circa 34.000 euro bruto én een legertje general managers en managers.” Alles netjes verdeeld onder de traditionele partijen. Jannie Haeck, voormalig kabinetschef van Johan Vandelanotte (SP.a) leidt de holding (goed voor ruim 484.000 euro per jaar). Marc Descheemaeker (van VLD-signatuur) kreeg de NMBS (en 441.000 euro per jaar). Infrabel ging naar de PS’er Luc Lallemand (485.000 euro per jaar). Over naar de raad van bestuur. Bij Infrabel werd Cristine Vanderveeren (CD&V) voorzitter, bij de NMBS Holding Jean-Claude Fontinoy (MR) en bij de NMBS Laurence Bouvy (PS). Wie wil besparen, weet meteen waar nog wat geld te rapen valt.
Graaicultuur
Niet gehinderd door veel kennis, wordt de NMBS door politici mismeesterd, geplunderd en naar het bankroet geleid, net zoals dat met Dexia en de Gemeentelijke Holding gebeurde. Alleen de kiezer kan hen voor hun onkunde en wanbeleid ter verantwoording roepen. Intussen moet de NMBS de peperdure top afslanken en zorgen dat de treinen weer stipt rijden, zegt Welter: “De raad van bestuur moet van de NMBS-directie klip en klaar eisen dat ze eerst de torenhoge kosten van de loodzware top en de bureaucratie significant vermindert. Pas daarna kunnen eventuele ingrepen in de dienstverlening aan de orde komen. De bestuurders moeten voor ogen houden dat de service de jongste jaren steeds slechter is geworden.” En daar zijn we het volmondig mee eens.