
Indien u gisteren een wrange bijsmaak kreeg bij het aanzien van het schouwspel over de benoemingcarrousel van topambtenaren, wees dan gerust: u was niet alleen. De federale regering dient bij hoogdringendheid 101 topmanagers aan te stellen voor overheidsbedrijven zoals de NMBS, Infrabel en de Nationale Loterij.
In tegenstelling tot poetsvrouwen bij het OCMW, onthaalmedewerkers, en loketbedienden, dienen deze grootverdieners echter geen strenge selectieronde te vrezen. De partijen binnen de federale regering zijn overeengekomen de postjes te verdelen per partij. Ze stellen hiervoor een headhuntersbureau aan dat voor elke post steeds vijf kandidaten moet aanduiden. Daarnaast mag de bevoegde minister ook telkens iemand aanduiden waarna de regering een beslissing neemt. Kwestie van voldoende te kunnen marchanderen. Niet de beste kandidaat wordt gekozen, maar diegene met de juiste partijkaart dus. Naast Bruno Valkeniers klaagde ook N-VA-kamerlid Siegfried Bracke met de nodige dramatiek deze platte benoemingsronde aan.
Carrousel
In een vlaag van acute zinsverbijstering vergat Bracke echter dat zijn partij op Vlaams niveau net hetzelfde doet. Zo is de voorzitter van de Raad van Bestuur van het Vlaams energiebedrijf toevallig ook een kabinetsmedewerker van N-VA-minister Bourgeois en is de topman van het Vlaams departement Ruimtelijke Ordening de voormalige kabinetschef van N-VA-minister Philippe Muyters.
Wie dus dacht dat politieke benoemingen begraven waren met de intrede van de N-VA in de Vlaamse regering, gelooft wellicht ook nog in de paashaas.
Bekijk hier de tussenkomst van Bruno Valkeniers in de Kamer.