
Nieuwe leerkrachten in het Gentse stedelijk onderwijs moeten voortaan een gedragscode ondertekenen. Eén van de speerpunten van de code is “het toelaten van de thuistaal voor anderstalige leerlingen“.
Vlaams volksvertegenwoordiger Barbara Bonte is van oordeel dat deze Gentse maatregel allesbehalve strookt met het inburgeringsbeleid dat de Vlaamse regering al een tiental jaren voert en kaart de kwestie aan in het Vlaams Parlement.
Apartheid op school
Wetenschappelijk onderzoek zou volgens het Gentse bestuur aantonen dat het toelaten van het spreken van de (vreemde) thuistaal op school het best is voor de inburgering van de leerlingen. Maar wat bepaalde studies, sociologen of docenten ‘multiculturele studies’ ook mogen beweren, de maatregel zal in de praktijk onvermijdelijk leiden tot een soort ‘apartheid’ op school. Want kinderen die dezelfde taal spreken zullen vanzelfsprekend gaan samenklitten in groepjes. Je zal dan maar het enige Nederlandssprekend kind zijn in de klas…
Tijdens de speeltijden, de lunch, de buitenschoolse opvang en uitstappen met de school krijgen anderstalige kinderen pas echt de kans om onze taal op een actieve manier te leren: in gesprekken, tijdens spelletjes enzovoort. Kinderen stimuleren om tijdens deze momenten toch hun thuistaal in plaats van Nederlands te praten druist dan ook in tegen elke logica. Kennis van de Nederlandse taal is één van de voornaamste sleutels om ingeburgerd te geraken. Nederlands leren is een inspanning die vreemdelingen moeten doen om in onze maatschappij te kunnen functioneren.
Tot de orde roepen
Het Vlaamse inburgeringsbeleid – dat volgens het Vlaams Belang overigens veel te vrijblijvend is – kost de Vlaamse belastingbetaler 60 miljoen euro op jaarbasis. Het is onaanvaardbaar dat dit beleid nu in Gent tegengewerkt wordt door deze ronduit domme maatregel. Barbara Bonte diende daarom een parlementaire vraag in, gericht aan minister Homans, die Inburgering onder haar bevoegdheden heeft. Bonte is dan ook van oordeel dat de Vlaamse regering het Gentse stadsbestuur tot de orde moet roepen.