Chris Janssens: “Stop politieke benoemingen. Bestuursleden moeten worden aangeduid op basis van hun bekwaamheden.”
De politieke benoemingen zijn allicht één van de best bewaarde geheimen van de politiek. Kranten maken weliswaar melding van sommige belangrijke benoemingen, maar een volledig overzicht was er tot op heden niet. In antwoord op een schriftelijke vraag van Chris Janssens, Vlaams Belang-fractievoorzitter in het Vlaams Parlement, bezorgde minister-president Geert Bourgeois nu een volledig overzicht van de 269 politieke benoemingen die deze legislatuur reeds door de Vlaamse regering werden gedaan.
Zo verkreeg Chris Janssens niet alleen een lijst van bestuursmandaten en van wie er benoemd werd, maar ook de verloning die eraan vasthangt en de vermelding of de benoemde persoon al dan niet op een ministerieel kabinet werkzaam is of een politiek mandaat bekleedt. Verder (eigen) onderzoek toonde vervolgens ook aan hoeveel en welke benoemden actief zijn in een politieke partij.
In bijlage vindt u alle cijfers en gegevens in drie Excel-tabbladen: leden van de RvB per politieke strekking, overzicht van de vergoedingen en het aantal kabinetards/mandatarissen per politieke partij.
N-VA benoemt vaakst kabinetsleden en mandatarissen
Een eenvoudige opzoeking op internet leert dat 63% van de benoemden (170 van de 269) gekend actief is in een Vlaamse politieke partij (op de lijst staat, bestuurslid en/of mandataris is, …) of in een aan deze partij verbonden organisatie. Van de personen die aantoonbaar actief zijn in een politieke partij, is 36,5% actief bij N-VA, 30,6% bij CD&V, 24,7% bij Open VLD, 7,6% bij SP.a en 0,6% bij Groen.
Van de 269 benoemden zijn er 29 tewerkgesteld op een kabinet. Vooral N-VA benoemt kabinetsleden in raden van bestuur van bedrijven en instellingen. 17 kabinetsleden van N-VA werden benoemd, van CD&V en Open VLD elk 6.
Niet minder dan 57 benoemden bekleden een politiek mandaat. 21% van het totale aantal politieke benoemingen heeft betrekking op een politieke mandataris. Ook wat betreft de benoemingen van mandatarissen spant N-VA de kroon. 26 mandatarissen van N-VA werden benoemd tegenover 15 van CD&V en 15 van Open VLD. Van Groen werd één mandataris benoemd.
Bestuursmandaten zijn goed verloond
In 31 van de 44 bedrijven en instellingen waarin de Vlaamse regering bestuursleden aanstelt, is er een vergoeding gekoppeld aan het mandaat. In totaal levert dit 224 bezoldigde mandaten op (85% van het totale aantal benoemingen). Slechts 38 mandaten (15%) in 13 bedrijven of instellingen zijn onbezoldigd. (De 4 bestuursmandaten in de nog niet operationele Coördinatiestructuur Patrimoniumdocumentatie (CSPI) en de 3 bestuursmandaten in de NV Internationale Luchthaven Kortrijk-Wevelgem in oprichting, werden buiten beschouwing gelaten, aangezien volgens het antwoord nog niet bekend is of deze mandaten al dan niet bezoldigd zullen zijn.)
In 25 bedrijven of instellingen ontvangt de bestuurder zowel presentiegeld als een jaarvergoeding, in 6 bedrijven of instellingen enkel een presentiegeld. De presentiegelden schommelen tussen 125€ en 5.000€, de jaarvergoeding tussen 1.436€ en 20.000€.
Het best verloond wordt het enige door de Vlaamse regering benoemde lid van de raad van bestuur van de KBC, Koen Algoed, die een jaarvergoeding ontvangt van 20.000 euro en presentiegeld van 5.000 euro per vergadering. Gerekend aan tien bijgewoonde raadsvergaderingen, verdient Algoed met dit mandaat 70.000 euro.
De top 5 van de bedrijven / instellingen waaraan de grootste vergoeding gekoppeld is:
Raad van Bestuur | Presentiegeld per vergadering | Jaarvergoeding per persoon |
KBC | € 5.000 | € 20.000 |
Vitrufin | € 1.000 | € 5.000 |
T-Groep | € 733 | € 4.366 |
VMH | € 650 | € 7.000 |
BAM | € 625 | € 6.250 |
Geen verantwoording
Chris Janssens wees de minister-president in de schriftelijke vraag op de resolutie van het Vlaams Parlement van 23 mei 2002 die stelt dat “vertegenwoordigers van de overheid in raden van bestuur moeten worden aangeduid op basis van beheerscompetentie en in zoverre zij hun bestuursverantwoordelijkheid reëel kunnen opnemen”. Daarom werd Geert Bourgeois ook gevraagd om toe te lichten in welke mate vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid in raden van bestuur beantwoorden aan de criteria van de in de resolutie opgenomen aanbeveling, met andere woorden wat de competenties zijn van de benoemde vertegenwoordigers en welke garantie de Vlaamse regering heeft dat zij hun bestuursverantwoordelijkheid daadwerkelijk zullen opnemen.
Het antwoord van de minister-president is ter zake zeer bondig: “De Vlaamse regering heeft het volste vertrouwen in de voorstellen van de functioneel bevoegde minister(s).”
Reactie Chris Janssens
Chris Janssens: “De cijfers liegen niet. Het is duidelijk dat de kleur van de partijkaart nog steeds het belangrijkste criterium is om benoemd te worden. Van een echt onderzoek naar beheerscompetentie van kandidaten voor bestuursfuncties is geen sprake. De minister-president doet in zijn antwoord overigens geen enkele inspanning om de benoemingen inhoudelijk te motiveren. Bourgeois maakt zich er goedkoop vanaf door te stellen dat de regering vertrouwen heeft in de ministers die de benoemingen voorstellen. Een poetsvrouw die bij de overheid wil komen werken, wordt onderworpen aan een strenge selectieprocedure en moet een examen afleggen. Mensen die belangrijke overheidsinstellingen besturen niet. Een echte schande. Het resultaat van dergelijke vriendjespolitiek hebben we gezien bij Dexia en tot op de dag van vandaag nog bij de NMBS. Opvallend is dat het vooral N-VA is die eigen kabinetsleden en mandatarissen in raden van bestuur parachuteert. N-VA is daarmee in snel tempo verveld van de fervente bestrijder van politieke benoemingen tot de kampioen van de zelfbediening. Ik pleit voor een depolitisering van de Vlaamse overheidsbedrijven en -instellingen, zodat ze niet meer bestuurd worden door politiek benoemde vriendjes, maar wel door personen die worden aangeduid op basis van hun bekwaamheden.”
Wim Van Osselaer
Persverantwoordelijke fractie Vlaams parlement
Lees hier bijlage 1.
Lees hier bijlage 2.