
Nu Theo Francken (N-VA) als Staatssecretaris Asiel en Migratie toegeeft de asielcrisis niet de baas te kunnen en te kennen geeft onder het juk van de EU-immigratiemachine te blijven zitten, is het tijd voor een korte terugblik.
Een terugblik op de door Vlaams Belang bijeengeroepen Kamercommissie begin augustus, waar met staatssecretaris Theo Francken werd vergaderd over de asielcrisis, is verhelderend. Vandaag immers geeft Francken toe het asielprobleem niet de baas te kunnen. Letterlijk zegt hij: “Mensen klagen dat ik zoveel vluchtelingen binnenlaat. Ik laat niemand binnen, die mensen staan hier gewoon. Mijn buitengrenzen zijn Zaventem, Zeebrugge, etc.” Dat is een bekentenis om ù tegen te zeggen, van een beleidsmaker die de macht zou moeten hebben om helemaal zélf te beslissen wie hier binnenkomt en wie niet.
Augustus: asielcrisis
In augustus hebben zich bij Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) in totaal 4.590 mensen als asielzoeker aangediend, het hoogste cijfer van de laatste 15 jaar. De DVZ kan deze grote toestroom aan vluchtelingen en migranten niet meer aan, waardoor honderden van hen de nacht doorbrengen in geïmproviseerde tentenkampen in de buurt, zoals in het Maximiliaanpark (Brussel-Noord).
De oplossing van Francken
De oplossing van Francken is potsierlijk: hij wil een deel van het geld dat we zélf aan de EU hebben afgestaan bij de EU opvragen om meer asielzoekers op te vangen. Francken pleit voor een zoveelste EU-“noodfonds”, terwijl telkens opnieuw blijkt dat we aan dergelijke fondsen meer geld kwijt zijn dan dat we er van krijgen. Dat Francken nu een klacht aan zijn broek krijgt van de organisatie Vluchtelingenwerk, omdat hij de EU-regels zou hebben geschonden, is eens temeer een bewijs van hoe de EU ons inzake asiel en immigratie verlamt en ons heeft gedegradeerd tot conciërge van asielcentrum België.
Terugblik
In plaats van zich te verzetten tegen de EU-immigratiemachine, de grenzen te controleren en een ‘push them back’-beleid te voeren, blijft Francken zich gedragen als EU-marionet die niet meer doet dan asielcentra beheren en steeds meer opvangplaatsen creëren. Nochtans heeft Kamerlid Filip Dewinter hem in de Kamercommissie van begin augustus de nodige goede raad gegeven:
“Het openen van kazernes toont aan dat u geen structurele oplossingen aanreikt. De enige oplossing die naar voren wordt geschoven bestaat blijkbaar in het openen van nieuwe plaatsen, het rekruteren van meer personeel en het vrijmaken van extra financiële middelen.”
“Dergelijke piekmomenten zullen door dit beleid blijven terugkeren, en dat in steeds fellere mate. Het openen van bijkomende opvangplaatsen zorgt immers voor een toenemend aanzuigeffect.”
“Er is een alternatief voor het door de regering gevoerde beleid, namelijk afstand nemen van de door de Europese Unie voorgestane keuzes, naar het voorbeeld van Hongarije. De grenzen moeten veel beter afgeschermd worden. De Conventies van Genève, die dateren uit een tijd dat er veel minder asielzoekers waren, moeten worden herzien.“