Nieuws
vrijdag, 26 aug 2022

Regeringen moeten verantwoordelijkheid nemen om hoge schoolkosten te drukken

Met het nieuwe schooljaar in zicht hebben directies niet enkel zorgen over het lerarentekort, maar zitten ze ook financieel met de handen in het haar. Door de algemene inflatie wordt lesmateriaal alsmaar duurder en ook de torenhoge energierekening neemt een flinke extra hap uit het budget. “Scholen worden hierdoor meer en meer gedwongen om te besparen op zaken die in strikt gezien niet onderwijsgerelateerd zijn, maar voor veel ouders wel erg belangrijk zijn, zoals schoolmaaltijden of personeel voor opvang en middagtoezicht”, verklaart Vlaams Parlementslid Jan Laeremans. “Of ze rekenen de extra schoolkosten door via de schoolfactuur aan de ouders of via extra rekeningen, denk maar aan de befaamde dutjestaks.”

In het basisonderwijs is hetgeen een school kan doorrekenen erg gereguleerd: de scholing zelf en het strikte lesmateriaal is gratis, voor andere aan de school verbonden kosten is er zowel de scherpe maximumfactuur (voor andere materialen en activiteiten) en als de minder scherpe maximumfactuur (voor meerdaagse uitstappen). In het secundair onderwijs is dat minder gereguleerd en kunnen scholen dus wel naar eigen inzicht kosten doorrekenen aan de ouders voor didactisch materiaal zoals boeken en kopieën en activiteiten. In sommige studierichtingen kunnen die kosten flink oplopen.

Het Vlaams Belang pleit daarom al langer voor het invoeren van een gedifferentieerde maximumfactuur in het secundair onderwijs en om de regels voor scholen omtrent de transparantie over de schoolkosten en de betalingsmogelijkheden scherper maken. “Nu zetten bepaalde scholen dat ergens op pakweg pagina 37 van het schoolreglement zonder verdere infoverstrekking”, zegt Laeremans. “Daardoor zijn veel ouders vaak niet op de hoogte en weten ze bijvoorbeeld niet dat ze bij financiële moeilijkheden recht hebben op spreiding van betaling.”

“Niet alleen scholen zelf, maar ook de Vlaamse en de federale regering moeten een duit in het zakje doen om de schoolkosten te drukken”

Daarnaast kunnen de scholen ook zelf een verantwoord kostenbesparend beleid voeren. “Scholen moeten voor de spiegel staan”, aldus Laeremans. “Zijn bijvoorbeeld dure invulboeken nu echt nodig in plaats van goedkopere huurhandboeken? Is deze of deze buitenschoolse uitstap echt noodzakelijk? Moeten we in het kader van Digisprong wel kiezen voor een geavanceerde dure laptop?”

Natuurlijk zijn scholen niet alleen verantwoordelijk voor hoge schoolfacturen aangezien die door besparingen van de Vlaamse regering ook minder werkingsmiddelen krijgen dan waar ze eigenlijk recht op zouden hebben. Zo is er de 40%-regel uit het financieringsmodel die zorgt voor een beperking in het budget dat een school per leerling krijgt als het leerlingenaantal stijgt. Daarnaast heeft minister Weyts aan het begin van deze legislatuur de indexering van de werkingsmiddelen in het secundair onderwijs beperkt tot 60%. Veel scholen hebben hierdoor al heel wat geld mislopen gezien de vele overschrijdingen van de gezondheidsindex die er het afgelopen jaar al geweest zijn.

“Minister Weyts liet uitschijnen dat hij zou nadenken over een aanpassing van die laatste besparing, maar voorlopig hebben we daar nog niks over gehoord. Ik verwacht van de Vlaamse regering dat ze met de komende Septemberverklaring en nieuwe begroting een serieuze inspanning doet voor onze scholen”, besluit Laeremans. “Maar ook de federale regering mag uit haar pijp komen. Een groot deel van het schoolbudget gaat naar de verhoogde energiekosten, maar de weinige en beperkte compensatiemaatregelen die ze tot nu toe doorvoerden gelden niet voor scholen. Indien de beleidsmakers hun verantwoordelijkheid niet nemen, wordt de economische crisis echt een onderwijscrisis ten koste van onze kinderen.”