Het voorbije weekeinde liet Siegfried Bracke in een opiniebijdrage in De Morgen zijn licht schijnen op de politieke crisis en de uiteindelijke regeringsvorming. Ook hij komt tot de vaststelling dat de enige verdienste van de nieuwe regering ligt in het feit dat ze bestaat. En daar is dan ook alles mee gezegd.
Bracke stelt zich dan ook vragen over de vreugdekreten die sommigen bij deze gelegenheid menen te moeten slaken, want een regeringsprogramma is er niet: “‘Nous avons un gouvernement’ roept Di Rupo met hoofdletter uit op zijn website. En uit hetgeen daarop volgt, blijkt grote vreugde. Het doet me denken aan een krantenkop die ik ook in Zaïre zag: ‘Le président-fondateur a donné une conférence de presse!’. Wat de man precies had gezegd stond verder nergens te lezen.” Kennelijk, aldus nog Bracke, is een regering voor Di Rupo en partners dus niet langer een middel, maar een doel an sich.
Even verderop vraagt Bracke zich af of er misschien eenvoudigweg niet meer te besturen valt, omdat het kader waarbinnen dat moet gebeuren (België, nvdr) niet meer past. In dit verband verwijst hij naar de reactie van voormalig SP.A-boegbeeld Willy Claes in Terzake, die blijkbaar maar niet kan begrijpen dat de PS zonder problemen in een regering stapt zonder haar Vlaamse zusterpartij: “Adieu, gemeenschappelijke solidariteit. Solidariteit moet over grenzen gaan, zei Claes. Zo had hij het altijd geleerd.” Volgens Bracke bestaat het land van Claes echter niet meer en “Elio Di Rupo weet dat. (…) Hij eist wel dat het cdH van Joëlle Milquet mee regeert en kiest voor Wallonië, dat is zijn horizon. Daar spelen niet alleen de volgende verkiezingen, daar speelt ook zijn solidariteit.”
Dat alles, zo concludeert Bracke, is “de keuze voor scheiden zonder woorden”.