We vertellen niets nieuws wanneer we zeggen dat de socialisten nooit op overdreven Vlaamsgezindheid te betrappen vielen. Decennialang heeft de SP(A) steeds haar lot verbonden met haar Waalse zusterpartij. Met die keuze zat ze gebeiteld en wist ze zich verzekerd van de Belgische macht, de ministerportefeuilles en de profijtjes.
Vlaamsgezinde socialisten zijn dan ook op één hand te tellen. Een van die uitzonderingen is Vlaams minister Frank Vandenbroucke. Hij is zeker geen Vlaams-nationalist, maar dat hoeft men ondertussen ook niet meer te zijn om tot de vaststelling te komen dat dit land niet functioneert. Achtereenvolgens als federaal minister van Sociale Zaken en Werk, werd hij de voorbije jaren meermaals geconfronteerd met het gekrijs, de veto’s en de dictaten van de Parti Socialiste, wat overigens één van de redenen (zoniet dé reden) was waarom hij na de verkiezingen van juni 2004 van de federale naar de Vlaamse regering verhuisde. Bovendien was ook hij tot de conclusie gekomen dat de sociaal-economische situatie in Vlaanderen en Wallonië grondig verschilt, wat hem deed pleiten voor een regionalisering van het arbeidsmarktbeleid. Zijn voorzichtige Vlaamse koers werd echter niet bepaald op handgeklap onthaald binnen zijn eigen partij, waar zijn ‘Vlaamsgezindheid’ openlijk bekritiseerd werd.
Na de verkiezingsnederlaag van juni vorig jaar leek het er heel even op dat de SP.A haar lessen had getrokken. De partijen die met een Vlaams programma naar de kiezer waren getrokken, werden daarvoor beloond; diegenen die dat niet deden, werden ervoor afgestraft. Het was een van de meest opgemerkte analyses na het tellen van de stemmen, temeer daar ze werd uitgesproken door niemand minder dan Johan Vande Lanotte. “Een autonome regio is blijkbaar heel belangrijk voor de burgers en zolang die autonomie niet voor een groot deel gerealiseerd is, verschuiven alle andere problemen naar het achterplan. Onze thema’s zullen pas goed aan bod komen als de staatshervorming achter de rug is”, aldus nog de toenmalige SP.A-voorzitter (in De Morgen, 21.06.2007).
Wie echter had gedacht dat de SP.A daarmee haar oude Belgische gewaden definitief had afgelegd, is alweer een illusie armer. Al snel bleek immers dat het gros van de rode partijbonzen nog altijd even allergisch reageert op alles wat Vlaams is en het duurde dan ook niet lang vooraleer de SP.A terugviel op de oude, vertrouwde Belgische koers. Een en ander werd gisteren nog eens geïllustreerd in een (nieuwe) botsing tussen Frank Vandenbroucke, die wil dat zijn partij “heldere standpunten” inneemt inzake de staatshervorming, en SP.A-voorzitter Caroline Gennez, die de kant van de oude Belgische krokodillen heeft gekozen.
Ondertussen is het maar de vraag in hoeverre SP.A-minister Vandenbroucke in de Vlaamse regering stilaan een ongeleid projectiel is geworden en in welke mate hij eigenlijk nog spreekt namens zijn partij. Een andere – al even belangrijke – vraag is of de keuze tussen de Vlaamse leeuw of de Brabançonne nu ook een wig zal drijven in de SP.A.