
Eind 2009 bedroeg de federale staatsschuld 321 miljard, op 31 mei van dit jaar was ze al opgelopen tot maar liefst 335 miljard of 32.000 euro per inwoner. Zopas doorbrak de schuld de symbolische barrière van 100 procent van het bruto binnenlands product (BBP). In andere landen bedraagt de verhouding ongeveer 60 op 100. Redacteur Stefaan Michielsen constateert in De Tijd dat België zich nu in het gezelschap bevindt van landen als Griekenland, Italië en IJsland. “Een clubje waar je liever niet wil bijhoren.”
Michielsen noemt de hoge staatsschuld een zwaar blok aan het been van onze economie: “Het nakomen van de schuldverplichtingen kost veel geld. Het verklaart waarom de belastingdruk in ons land zo hoog is. En die belastingdruk weegt op de economische dynamiek en zadelt onze bedrijven met een concurrentienadeel op. Als de kosten van de vergrijzing daar bovenop komen, is er helemaal geen manoeuvreerruimte meer.” Een recent rapport van Eurostat (de Europese statistische dienst) over fiscale trends in de EU toont aan dat de belasting op arbeid in België met 42,2 procent de tweede hoogste van alle Europese lidstaten is. Ook de vermogensbelasting is in dit land na Zweden het hoogste van de 27 lidstaten.
Conclusie van Stefaan Michielsen: “Het is niet iets waar de beleidsverantwoordelijken lichtzinnig overheen mogen stappen. Want de hoge staatsschuld vormt wel degelijk een ernstig probleem. Op die schuld moeten immers rentelasten worden betaald. Hoe hoger de schulden, hoe zwaarder de rentelasten. Nu al zijn de rentebetalingen goed voor bijna een kwart van de federale begroting.” Of ook de traditionele politici de huidige toestand als ernstig beschouwen, valt nog af te wachten…