De leiding van de NMBS-bedrijven – vetbetaalde, politiek benoemde creaturen als de heren Descheemaecker (VLD), Lallemand (PS) en Haeck (SP.A) – heeft er een handje van weg de werkelijkheid bij te kleuren. In de puurste Verhofstadttraditie sturen zij het ene zegebulletin na het andere de wereld in. Tot algemeen ongenoegen van het treinpubliek en van de Bond van Trein-, Tram- en Busgebruikers (BTTB).
Zo maakte de NMBS zelf bekend dat in 2005 niet minder dan 91,9% van haar treinen stipt op tijd reed, en in 2006 iets minder, 90,6%. Reizigers mogen dan al begrip tonen voor uitzonderlijke omstandigheden, niemand is gebaat met leugenachtige cijfers en daarom zet Herman Welter in Gazet van Antwerpen (20.02.2007) de noodzakelijke puntjes op de ‘i’. Hij windt er in elk geval geen doekjes om: “De hoge stiptheid van de Belgische treinen is een fabel omdat de vertraging van treinen en niet van de klanten gemeten wordt. Uit een stiptheidsonderzoek van de BTTB in de herfst van 2006 bleek dat 40% van de respondenten met vertraging op zijn bestemming komt”.
Hoe de NMBS op het mooie, maar foute resultaat van 90,6% stipte treinen komt? De journalist heeft een ganse resem verklaringen, waaruit we de meest opvallende citeren:
- Een vertraging tot en met 5 minuten wordt niet eens als vertraging genoteerd. In Nederland noteert men elke vertraging vanaf 3 minuten.
- Een vertraging tot en met 5 minuten kan er verder voor zorgen dat de reiziger zijn aansluiting met de trein of bus mist en uiteindelijk een veel grotere vertraging oploopt.
- Geschrapte treinen worden niet meegerekend in de statistieken, nochtans waren er in 2005 8.426 geschrapte treinen en in 2006 zelfs 8.801.
- In de ochtend- en avondspits ligt de stiptheid van de treinen veel lager. Journalist Herman Welter noteert: “Op sommige verbindingen ligt de stiptheid zelfs lager dan 85%. Infrabel heeft die cijfers, maar houdt ze onder de pet”.
- Infrabel tenslotte meet de stiptheid in het eindstation. Maar een klant die onderweg vertraging oploopt, en daardoor een andere aansluiting mist, loopt op die manier een substantiële vertraging op, die onder de mat wordt geveegd in de NMBS-cijfers.
- Kleine mankementen aan het sterk verouderd treinmateriaal (een bewuste keuze van de Belgische overheid) leidden tot ernstige vertragingen.
Elke treinreiziger die met de regelmaat van een klok met de trein reist, weet ondertussen dat de slogan ‘met de trein was je er al geweest’ met recht en reden van de affiches werd gehaald. Op jaarbasis komen de meeste reizigers op basis van eigen berekeningen al vlot uit op 35 à 40% vertragingen, een cijfer dat door de BTTB wordt bevestigd. Nu moet alleen NMBS nog de werkelijkheid onder ogen durven zien, en op zoek gaan naar de oorzaken. Een eerste stap naar écht stipte treinen?