De Raad van Europa onderzoekt de taaltoestanden in Brusselse ziekenhuizen. Het bezoek van de Roemeense rapporteur Minodora Cliveti komt er na een klacht van enkele parlementsleden.
De schrijnende taaltoestanden in Brusselse ziekenhuizen en spoeddiensten zijn bekend: Vlamingen kunnen er in hun eigen taal niet terecht voor medische zorg. Bijna niemand van het verplegend personeel kent een gebenedijd woord Nederlands. Arabische tolken zijn er in sommige ziekenhuizen wél. “Het stadsgewest dat wel hoofdstad van Europa wil zijn maar niet van Vlaanderen, blijft zich nu al decennia de luxe permitteren om een deel van zijn inwoners als tweederangsburgers te behandelen, die met name geen recht hebben op medische bijstand”, schrijft Luc Standaert terecht in Het Belang van Limburg.
De vertegenwoordigers van het Vlaams Belang in de Raad van Europa toonden zich gisteren sceptisch over het bezoek van Cliveti. Enkel de Vlaamse regeringspartijen kunnen immers de belangen van de Vlamingen in Brussel waarborgen. Brussels VLD-parlementslid Sven Gatz probeert zich nu weg te stoppen achter de Raad van Europa. Een sterk staaltje hypocrisie; zijn partij is immers zelf mee verantwoordelijk voor het uithollen van de taalwetgeving in Brussel. Bovendien zitten VLD en SP.A ook in de Brusselse en federale regering. Zij kunnen onmiddellijk de mensonwaardige toestanden in de Brusselse openbare ziekenhuizen en de spoeddiensten doen ophouden door eenvoudig de taalwetten toe te passen.
De verantwoordelijkheid voor de wantoestanden ligt dus bij VLD, SP.A en CD&V. Het ontbreekt hen simpelweg aan de politieke moed om de scheve taalsituatie in Brussel recht te trekken.