
Recent werd in Kamer en Senaat met ‘hoogdringendheid’ een voorstel van resolutie aan de agenda toegevoegd betreffende de viering van de internationale ‘Mandela-dag’. Die dag zou dan aan het lange rijtje dagen toegevoegd worden zoals de Wereldmilieudag, de Wereldwaterdag, de internationale dag van de migrant, en ga zo maar door…
In de Senaat stelde Jurgen Ceder dat het ongebruikelijk is om iemand zalig te verklaren nog voordat hij overleden is, en vroeg hij zich af waarom de hoge vergadering zich eigenlijk met dit soort thema’s moet inlaten. “Er wordt ons gevraagd een resolutie goed te keuren waarbij we in aanbeveling 2 Nelson Mandela een gelukkige verjaardag wensen. Hopelijk vergeet de Senaat niet over een paar maanden een nieuwe resolutie aan te nemen om hem een gelukkig Nieuwjaar te wensen, en wat later misschien ook een zalig paasfeest”, zo merkte Ceder sarcastisch op. Tegelijk plaatste de Vlaams Belang-senator enkele kanttekeningen bij de manier waarop Mandela in de voorliggende resolutie quasi heilig werd verklaard: “We zijn blijkbaar vergeten dat Mandela geen Ghandi was. Hij was de commandant, niet van de politieke, maar van de militaire vleugel van het ANC. In die hoedanigheid was hij verantwoordelijk voor aanslagen, waarbij verschillende burgerslachtoffers zijn gevallen, ook zwarten, en waarbij de mensenrechten frequent werden geschonden, wat Mandela trouwens zelf toegeeft. (…) Toen Mandela na betwiste verkiezingen aan de macht kwam, was zijn presidentschap ook niet bepaald onbesproken. Zo ondernam hij weinig of niets tegen de aidsepidemie die zijn land overspoelde, met catastrofale gevolgen. Toen hij opstapte als president, was Zuid-Afrika het gewelddadigste land ter wereld, met het grootse aantal geweldmisdrijven, verkrachtingen en moorden. Na zijn presidentschap liet hij zich ook opmerken met de verdediging van de Zuid-Afrikaanse diamantindustrie in het dossier van de bloeddiamanten.”
In de Kamer wees Francis van den Eynde op de inflatie van dergelijke ‘internationale dagen’, waardoor ze ieder effect missen. Hij hekelde bovendien het feit dat “dit moment van politiekcorrecte zelfbevrediging” door de traditionele partijen ‘hoogdringend’ geacht wordt, terwijl ondertussen ettelijke andere – en niet minder ernstige – voorstellen van resolutie op behandeling in de commissie wachten. De tussenkomst van Van den Eynde ging overigens niet zonder meer voorbij: de commissievoorzitter die de bui voelde hangen, stelde de behandeling van het voorstel uit tot na het zomerreces.