
In de loop van de week trokken organisaties als Vluchtelingenwerk Vlaanderen en Artsen zonder Grenzen met veel poeha een tentenkamp op omdat de overheid er niet in slaagt asielzoekers een onderdak te bieden. De reguliere opvangcentra zitten overvol, terwijl ook in de hotels – waar ondertussen reeds zo’n 2.000 asielzoekers verblijven – geen plaats meer is.
Dat het asielbeleid in dit land faalt, kunnen we uiteraard niet tegenspreken. Om te beginnen zou de bestaande opvangcapaciteit ruimschoots moeten volstaan. Er zijn immers 16.500 opvangplaatsen, terwijl er in 2007 en 2008 respectievelijk 11.120 en 12.250 asielaanvragen werden ingediend. Als men er dus in slaagt de aanvragen binnen het jaar af te handelen én als de afgewezen asielzoekers ook daadwerkelijk het land verlaten, zou zich dus geen probleem mogen stellen. Maar dat gebeurt dus niet.
De regering weigert niet alleen om uitgeprocedeerde asielzoekers consequent het land uit te zetten, maar blijft in de opvangcentra – als enige Europees land én tegen elke logica – nog altijd enkele honderden ‘vluchtelingen’ uit EU-lidstaten herbergen, wat natuurlijk extra beslag legt op opvangplaatsen.
Een laatste verklaring voor het aanslepende opvangtekort is natuurlijk de sterke stijging van het aantal asielaanvragen, die op haar beurt een rechtstreeks gevolg is van de nieuwe collectieve regularisatiecampagne van de regering-Van Rompuy. Die heeft zoals voorspeld wel degelijk een aanzuigeffect en werkt als het ware als een uitnodiging voor iedereen die hier zijn geluk wil beproeven. De boodschap is duidelijk: wie lang genoeg volhoudt, mag uiteindelijk blijven, krijgt toegang tot de sociale zekerheid en zicht op een Belgisch paspoort, waarna men ook nog eens zijn verwanten kan laten overkomen naar het land van melk en honing. Een betere internationale publiciteit voor OCMW-België is moeilijk denkbaar…