
“We mogen niet wachten op een definitief akkoord vooraleer de regering van start gaat, want dan missen we op sociaal en economisch vlak de boot in moeilijke tijden. We moeten wel simultaan met onderhandelingen beginnen en een tijdslijn vastleggen, maar geen exacte deadline.”
Bovenstaand citaat komt van kersvers wit konijn bij de CD&V, Rik Torfs, en bevestigt eens te meer wat de voorbije dagen en weken in de lucht hing: geen enkele Vlaamse, traditionele partij stapt naar de kiezer met een minimumprogramma betreffende de staatshervorming en BHV. Terwijl de Franstalige partijen één front vormen en hun grenzen duidelijk afgebakend hebben – met onder andere de eis tot uitbreiding en extra financiering van Brussel ingeval van een splitsing van BHV – houden de Vlaamse partijen vage pleidooien voor hervormingen allerhande, waarmee ze in feite een blanco cheque vragen aan de kiezer.
Het hoeft geen betoog dat een regering zonder een strikt communautair akkoord enkel zal leiden tot ofwel een nieuw status quo, ofwel een nieuwe Vlaamse knieval. Het Vlaams Belang herhaalt dat de Vlaamse partijen nu al een gezamenlijk minimumprogramma op tafel moeten leggen. Dat programma bestaat al geruime tijd, meer bepaald de herhaaldelijk in het regeerakkoord opgenomen Vlaamse resoluties. Hoewel het hier voorzichtige resoluties betreft, worden toch belangrijke eisen vastgelegd, zoals financiële en fiscale autonomie, splitsing van gezondheidszorgen en kinderbijslagen, splitsing van de nationale spoorwegmaatschappij en de volledige overheveling van de personenbelasting. Dit minimale pakket moet alvast vermijden dat de Vlaamse partijen na de verkiezingen opnieuw instemmen met verregaande toegevingen aan de Franstaligen.