We schreven het hier reeds eerder: met hun woorden belijden de Waalse politici hun geloof in de toekomst van België, maar hun handelingen tonen aan dat zij zijn begonnen met de voorbereiding van de splitsing van dit land. “Daarin kadert de toenadering tot Brussel. Daarin kadert de vraag naar een corridor tussen beide. (…) En onder die noemer vallen ook hun inspanningen om internationaal de beste uitgangspositie te verwerven door het diaboliseren van Vlaanderen als een onverdraagzaam, haast fascistoïd land dat zich half buiten de democratie plaatst”, zo stelde Luc Van der Kelen het onlangs nog in Het Laatste Nieuws (04.07.2008).
Dat het einde van dit onmogelijke land ook bezuiden de taalgrens niet langer een absoluut taboe is, bleek gisteren nog uit een peiling in opdracht van RTL, waarin niet minder dan drie kwart van de Franstaligen zich uitsprak voor een referendum over de toekomst van België. Al evenzeer opmerkelijk is dat sommige Franstalige politici nu ook openlijk spreken over “l’après Belgique”. Zo was er vorige week Claude Eerdekens (PS), die pleitte voor een aanhechting bij Frankrijk en nog meegaf dat het separatisme in Wallonië snel terrein wint. Enkele dagen later liet Daniel Ducarme (MR) dan weer weten dat de Franstaligen zich voorbereiden op de splitsing van het land. De voormalige MR-voorzitter schreef samen met een aantal specialisten grondwettelijk recht een blauwdruk voor “la Belgique française”, zoals het autonome gebied binnen de Franse republiek moet gaan heten.
Hoe men het ook draait of keert: de splitsing van België is voor de Franstaligen een reëel toekomstperspectief dat nu al richtinggevend is voor hun politieke handelen, ook al komen ze daar uiteraard niet allemaal openlijk voor uit. Terwijl in het Franstalige landsgedeelte de splitsing wordt voorbereid, staat men in Vlaanderen nog nergens. In een opiniebijdrage in De Standaard (14.07.2008) stelt de Leuvens politicoloog Bart Maddens het als volgt: “De Vlamingen sidderen en beven wanneer de woorden ‘plan B’ nog maar durft uit te spreken. De Franstaligen daarentegen zijn al geruime tijd, zonder enige gêne en volkomen eensgezind, hun eigen plan B aan het uitwerken: een post-Belgische federatie van Wallonië met Groot-Brussel.”
Een en ander doet volgens Maddens denken aan het einde van de unitaire partijen veertig jaar geleden: “Ook toen begon het de Franstaligen op de zenuwen te werken dat de Vlamingen steeds meer autonomie vroegen binnen de unitaire partijstructuren. En ook toen waren het de Franstaligen die uiteindelijk deden wat de brave Vlamingen niet durfden: de stekker uittrekken en de boel ineens helemaal splitsen.” Wij zullen hen niet tegenhouden.