
De Franse Senaat heeft gisteren een wet aangenomen die de ontkenning van de Turkse volkerenmoord op de Armeniërs strafbaar stelt. De omstreden genocidewet werd vorige maand al goedgekeurd door de Kamer. Dat leidde meteen tot verontwaardigde reacties in Ankara. De militaire, economische en politieke banden met Frankrijk werden verbroken en de Turkse ambassadeur werd teruggeroepen. Premier Erdogan dreigde met sancties en waarschuwde Frankrijk voor ernstige gevolgen als de wet ook groen licht zou krijgen in de Senaat. Woedende Turken trokken intussen al de straat op in Parijs om te pleiten voor ‘vrijheid van meningsuiting’. Als staaltje van hypocrisie kan dat tellen, want zoals bekend is het in Turkije verboden om van genocide te spreken. Wie dat toch waagt, vliegt in de gevangenis.
Politiek en geschiedschrijving
Op het ontkennen van de Armeense genocide staat in Frankrijk voortaan een gevangenisstraf van een jaar en een geldboete tot 45.000 euro. Volgens de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Ahmet Davutoglu, dreigt daarmee het begin van “een nieuwe inquisitie in Europa”: “De wet zou mij straffen omdat ik een afwijkende mening heb over een historische gebeurtenis. Dat druist in tegen alle Europese en Franse waarden.” Afgezien van de stevige portie hypocrisie, heeft de Turkse minister wel gelijk. Haast niemand zal het bestaan van de Turkse genocide op de Armeniërs vandaag nog ontkennen, maar de vraag is of je die historische waarheid moet vastleggen in een wet. Zou het niet veel verstandiger zijn dat politici hun handen afhouden van de geschiedenis en die overlaten aan historici?