
De Brusselse afdeling van de partij van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft in een open brief haar steun uitgedrukt aan Brussels parlementslid Mahinur Özdemir. Zij werd uit CDH gezet omdat ze het bestaan van de Armeense genocide niet erkent.
Na zijn passage in Genk, waar hij meer dan 15.000 hier residerende Turken mocht opjutten met islamiserende taal, is dit de kers op de taart. Met deze inmenging in de Belgische politiek van de Brusselse afdeling van de Turkse islamitische regeringspartij AKP en de warme ontvangst waarop deze kan rekenen bij de Turkse gemeenschap in dit land, wordt weer eens aangetoond dat de loyauteit van heel wat Turkse allochtonen nog steeds in Turkije ligt en niet hier.
De CDH is bovendien geenszins de enige partij waarin Turkse kopstukken halsstarrig weigeren om de Armeense genocide te erkennen. In tegenstelling tot de CDH, weigerde de PS bijvoorbeeld om burgemeester van Sint-Joost-ten-Node en Kamerlid Emir Kir te sanctioneren, hoewel Kir tot op de dag van vandaag zijn positie betreffende deze tragedie altijd duidelijk kenbaar heeft gemaakt: de Armeense genocide bestaat niet. Eerder hadden ook drie PS-leden van het Brussels parlement, alle drie niet toevallig van Turkse origine, er alles aan gedaan om één minuut stilte in die assemblee te verhinderen.
Aan Vlaamse kant tenslotte, waren zowel Groen-voorzitster Meyrem Almaci, Veli Yüksel (CD&V) en Fatma Pehlivan (SP.A) veelzeggend afwezig tijdens het herdenkingsmoment in de Kamer.
Het Vlaams Belang is van mening dat de houding van de Turkse volksvertegenwoordigers, zowel aan Vlaamse als Franstalige kant, en de inmenging van de AKP, tekenend zijn voor het gefaalde integratiebeleid van de afgelopen decennia.